
15 – 6 – 2023
Van Drouwen naar Odoorn 22km (24,5 gelopen)
Om exact 9.00 uur vertrekken Saak en ik vanaf het parkeerterrein bij eetcafé Alinghoek in Drouwen. Omdat ik de vorige keer na het Drouwenerzand verkeerd liep en via de Kerkweg bij onze bus bij Borger terecht kwam, heb ik mijzelf verplicht om in ieder geval de route vanaf Drouwen (daar konden we nog met ons busje komen) over Bronneger naar Borger te lopen: een afstand van ongeveer 4 km. En het moet gezegd, dat is een prachtige route over vooral zand- en graspaden.
Omdat ik vorige keer niks over Drouwen verteld heb toch enige wetenswaardigheden over dit oude dorp: In 1381-83 is sprake van Druwen in den kerspel to Borgheren. De naam betekent: op of bij de druw (akker- of bouwland; druwen = verbouwen). Ook bronnen uit 1463 en 1482 vermelden Druwen, Het was vroeger een zeer arm dorp: ‘De moezen ligt er dood veur de spinde (broodkast) en die er nog bint, die staot bokkie um ’t katoen oet de laamp te vreten’…
Het gebied werd echter al 60.000 jaar geleden, tijdens de laatste ijstijd bewoond. Een vuistbijl uit die tijd werd hier gevonden. Ook heeft het dorp een zeer interessant grafheuvel, die in 1927 werd onderzocht door Albert van Giffen. Hierin lag De Hoofdman van Drouwen, ook wel Stamhoofd van Drouwen uit de Sögel-Wohldegroep begraven met een groot aantal grafgiften uit de bronstijd. Het graf wordt gedateerd op 1700-1600 v.Chr. en ligt (heel mysterieus) precies in het midden van de driehoek die door de hunebedden D19-D20, D21-D25 en D26 wordt gevormd. Nadat we de Kampenesch achter ons gelaten hebben, komen we na een klein stukje weg bij de biologische boerderij De Morene. Hier staat een hokje voor fietsers en wandelaars en daarvoor staat een bord met daarop: gentechvrije zone. Ik had er eerst wel aan om te bedenken waarom dit bord hier staat, maar nadat ik de link met het biologische bedrijf had gelegd wist ik het: Op deze boerderij gebruikt men alleen zaden waarop geen genetische manipulatie heeft plaats gevonden. Hierbij moet je denken aan het veranderen van het DNA waardoor de plant vaak beter bestand is tegen ziektes of sneller groeit.
Na De Morene duiken we weer de landerijen in, of liever gezegd de akkers. Want het is opvallend hoeveel akkerbouw er in Drenthe plaats vindt. We lopen over de Oosteresch en komen uit in Bronneger: Bronneger is een esdorp, dat waarschijnlijk in de 13e of 14e eeuw als satellietdorp van Drouwen is ontstaan aan de rand van het beekdal van het Voorste Diep. Een boerenfamilie uit ‘Drouwen’ heeft zich hier toen gevestigd, omdat men daar onvoldoende bestaansmogelijkheden had. (Ik weet niet of dit een aanname is of dat men hier bewijs voor heeft.)Omdat er in de omgeving van Bronneger 5 hunebedden liggen en diverse grafheuvels ( je struikelt er in Drenthe haast over) even het verschil tussen een hunebed, een grafheuvel en een brandheuvel: een hunebed is een grafmonument dat is opgebouwd uit meerdere keien. Dit worden draagstenen en dekstenen genoemd. Eén zo’n kei kan net zo zwaar zijn als vier olifanten bij elkaar. Dit komt neer op zo’n 20.000 kilogram. Als de grafkamer vol was werd deze met zand afgedekt. Wanneer overleden personen alleen maar onder zand kwamen te liggen spreekt men van een grafheuvel ( vooral tijdens de Bronstijd 2220 vC. tot 800 vC.). Brandheuvels dateren meer uit de ijzertijd die rond 800 vC. begon. Men spreekt van een brandheuvel als men na een crematie de resten bedekte met zand. Maar om eerlijk te zijn loopt een en ander wel wat in elkaar over en worden de begrippen grafheuvels ook wel voor de hunebedden gebruikt ( toen ze nog onder het zand lagen). Maar wie alles op een rijtje heeft, mag het mij vertellen.
Na Bronneger lopen we zuidwestelijk van Bronneger langs een grafheuvel en jawel ook langs een hunebed. Als we na nog een kilometer bijna op de plaats uitkomen waar Saak de vorige keer op mij zat te wachten (keurig in een luxe klapstoel in de schaduw), neem ik afscheid van haar. Zij loopt via de Kerkweg terug naar Drouwen en ik maak mij op voor de passage van Borger.
Bij Borger kom ik al snel bij het Hunebedmuseum. Daar ben ik ooit eerder geweest. Ik had de resten van een urn gekregen van de oud-bakker Jelle van der Muur van Nijeberkoop en die aan het Hunebedmuseum geschonken. Het was voor hen vrij uniek dat ze in 2006 nog resten van een bolpot uit het hunebed in Diever in handen kregen. De reden dat Jelle deze scherven als kleine jongen had kunnen vinden was dat Van Giffen in 1918 tot de conclusie kwam dat er in de totaal vervallen hunebed waarschijnlijk weinig meer te vinden zou zijn. Pas in 1953/54 werd dit hunebed grondig onderzocht en gerestaureerd. Enfin het rapport ARC-Rapporten 2007-20, Groningen 14 maart 2007, ISSN 1574-6887 ligt bij mij ter inzage.
Kortom ik heb goede herinneringen aan het hunebedmuseum. Maar omdat ik toen alleen in het museum geweest ben en niet even om de hoek gekeken heb, kom ik tot mijn verrassing pal naast het museum langs het langste hunebed van Drenthe en ook nog eens met de zwaarste deksteen. Hety is inderdaad een imposant hunebed en het is er niet voor niets ‘druk’.
Daarna loop ik Borger in en ga op een verwaarloosd bankje zitten dat ook nog eens onder de stront zit. Hartelijk welkom in Borger. Gelukkig is nog een klein stukje strontvrij en kan ik daar verder rustig mijn kopje koffie nuttigen. En eerlijk is eerlijk, de mensen in Borger zijn uitermate vriendelijk. “Even genieten?” zegt een man die mij voorbij fietst en ziet dat ik aan de koffie zit. Hij steekt de hand op en ik ook. Even later fietst een vrouw voorbij die mij hardop groet en ook een derde persoon steekt vriendelijk de hand op. Hulde voor de mensen in Borger, maar niet voor de mensen die het bankje moeten onderhouden. Dat lijkt echt nergens op (zie foto).
Ook nu kom ik niet door het centrum van het dorp, maar wel langs het Kanaal Buinen-Schoonoord en dat is beslist geen straf. Ik ga over een keurige vlonder (bruggetje) onder de Buinerweg door en maak daarna een slingertje door een park waar schapen grazen. Die liggen allemaal in de schaduw te puffen omdat het bloedheet is en gelijk hebben ze. Wat opvalt is dat sommige schapen nog in de vacht zitten en dat lijkt me geen goede zaak. Ik neem aan dat ik niet de enige ben die dat opvalt. Daarna kom ik weer bij het kanaal en nadat ik die overgestoken ben al snel bij de sportvelden van S.V. Borger. Als ik even later De Drift verlaat, loop ik een boscomplex in met de naam Buinerveld. Daar heb ik nog een leuke ontmoeting met een echtpaar. Ze liepen al voor me uit en zitten nu op een bankje. Ik raak met hen aan de praat, omdat het mij namelijk niet duidelijk is of ik het graspad met het bankje moet nemen (na 50 meter rechtsaf) of nog even door moet lopen. In ieder geval staat er geen aanwijzing en dus besluit ik toch nog even door te lopen. En, hoera, na tachtig meter vind ik een tweede graspad, met een aanduiding en ik schreeuw nog even dat ik het juiste pad heb gevonden.
Na een kilometer door het Buinerveld besluit ik heerlijk onder een boom op een bankje bij een heideveld mijn chocolademelk te nuttigen. Ik zit bij een diepe kuil en omdat het Buinerveld bekend staat om zijn gletscherkuilen , kan het best zijn dat ik bij zo’n gletscherkuil zit. Thuis gekomen schakel ik AHN in en zie inderdaad een aantal kuilen. Overigens is de naam Gletscherkuil erg verwarrend. Gletschers had je in de voorlaatste ijstijd 150.000 jaar geleden, maar dit blijken gewoon pingoruïnes te zijn die in de laatste ijstijd zijn ontstaan 20.000 jaar geleden.
En ik kon er natuurlijk op wachten, maar even later loopt het echtpaar mij vriendelijk groetend voorbij. En dus loop ik na de chocomelk weer achter het echtpaar aan. Maar als ik bij de rand van het Buinerveld kom en de bocht om ga, zie ik dat de ze besluiteloos aan het eind van een pad staat. Ze weten even niet hoe ze verder moeten, want ze konden geen enkele aanwijzing vinden. Gelukkig kan ik ze als een ware ridder op de kaart aanwijzen waar ze zich precies bevinden en dat we voor het Drenthepad echt rechtsaf moeten. En ja hoor daar staat zelfs een ietwat onduidelijke aanwijzing op een boom.
Het pad is nu gemakkelijk te volgen, want dat loopt wel 1,5 km langs de rand van het bos. Omdat we alle drie dezelfde kant op moeten, doen we dat maar gezamenlijk. Drie zien meer dan een of twee. Ik blijk met het echtpaar Santing uit de Flevopolder op te lopen en dat is gezellig. Vrolijk keuvelend verlaten we de rand van het Buinerveld en lopen het bos weer in. En ja…. eenmaal weer midden in het bos laat het Drenthepad zich weer eens van haar onduidelijkste kant zien. De gebruikelijke pijlen en bordjes met de kleuren van het Drenthepad zijn hier niet aangebracht. We moeten het nu doen met de perceelaanduidingen. En om eerlijk te zijn die zijn niet allemaal even duidelijk (zie foto). Want hoewel we nu drie man sterk het routeboekje bestuderen verdwalen we hopeloos. We lopen wel een half uur als een kip zonder kop, de paden in en weer terug en nogmaals in. En hoewel gedeelde smart halve smart is, roepen we na een half uur dwalen toch maar de hulp in van Google Maps en proberen op die manier bij Exloo te komen. Daar moeten we alle drie heen. Zij hebben daar hun fietsen staan en ik mag daarna nog een aantal kilometers verder naar Odoorn. Maar het wonder geschied als we na een ‘god zegende de greep pad’, ineens op een vijfsprong terecht komen, met hoera!! een aanduiding. We zitten weer op het goede spoor en ons gemopper maakt weer plaats voor enige vrolijkheid. We komen nog langs een hunebed, waar ik het echtpaar nog even op de foto zet. Maar helaas alles wat mis kan gaan, gaat vandaag mis, want juist die foto’s zijn mislukt. (Eenmaal thuisgekomen heb ik ze maar een paar andere foto’s gestuurd.) Wat indruk maakt is dat we ook nog langs een mooi monument voor omgekomen vliegeniers komen: Op 11 januari 1944 stortte hier een Amerikaans LiberatorB-24 bommenwerper neer, waarbij alle bemanningsleden (10) om het leven kwamen. Hoewel de leeftijd er niet bij staat, zijn het waarschijnlijk allemaal jonge mensen die hier voor onze vrijheid hun leven lieten. Ik blijf het indrukwekkend vinden.
We lopen ondertussen in de Boswachterij Exloo en het moet gezegd, daar loopt het een stuk gemakkelijker als in het Buinerveld. Ook staan er weer aanwijzingen en zonder ‘kleerscheuren’ bereiken we dan ook Exloo. Daar maak ik nog een paar foto’s en lopen we met z’n drieën naar een weggetje aan de rand van het dorp, waar twee fietsen stevig vastgebonden aan een paal op de Santings staan te wachten. Ik wens hen nog veel wandelplezier en beloof ze de foto van het hunebed te sturen.
Nadat we nog even hebben gezwaaid is ook deze ontmoeting ten eind en loop ik even later de eenzame velden zuidwestelijk van Exloo in. Het weer is nog steeds drukkend warm, maar ik heb er gelukkig minder last van dan vorige week. Over zand- en graspaden bereik ik het Molenveld: een vrij groot heideveld. Ik heb daar totaal geen beschutting, maar ik overleef de 2,5 km die ik over en langs het heideveld loop prima. Nog even en dan ben ik bij de Exloërweg en daar staat Saak op mij te wachten. Ze heeft me een foto gestuurd van een boomstronk: Daar moet ik volgens haar niet meer over het Drenthepad, maar linksaf.
Als ik bij een ‘boomstronk’ ben die volgens mij wel wat op de ‘stronk’ lijkt die Saak mij gestuurd heeft, sla ik linksaf, maar, zo blijkt, ik zit nog steeds op het Drenthepad. Om kort te gaan na een oponthoud van een tien minuten besluit ik toch maar het Drenthepad verder te vervolgen. En ja hoor, na een paar honderd meter kom ik bij een tweede stronk en dat blijkt die van de foto te zijn. Ik sla linksaf en ik kom net de hoek om als ik gebeld word. Op dat moment ziet Saak mij ook en hoeft ze me niet meer uit te leggen waar ik naar toe moet. Ze heeft op de parkeerplaats gezelschap van een jongeman op een driewieler die ons enthousiast van alles en nog wat over zichzelf verteld. Hij kent de omgeving goed en heeft net met zijn camera een chinook helikopter, die overvloog, op de foto gezet. “Die moet je vast wel gehoord hebben.” Dat heb ik. Nadat ik mij heb omgekleed en we aanstalten maken om te gaan, besluit ook de jongeman te vertrekken. “Het was een aardige jongen,” zegt Saak, maar hij hield maar niet op met praten. Wil je een nul procentje of een gewone?” “Doe maar een gewone.”


































