2 – 7 – 2-23
13 Van Mantingerveld bij Nieuw-Balinge naar Orvelte 20 km
Het is exact 10 uur als Saak en ik bij het Mantingerveld tegenover de ijsbaan de koffie achter de knopen hebben en de Mantingerweg verder uitlopen. Die houdt na 400 meter op en we betreden via een klaphek het Mantingerveld. Al 25 jaar is men daar bezig om vier kleine natuurgebieden ten noorden van Hoogeveen samen te voegen tot een groot aaneengesloten heidelandschap. Dit herstel begon met een grote actie, waarbij 50.000 Nederlanders ruim twee miljoen euro doneerden’, lees ik op een website van Natuurmonumenten. Het is een indrukwekkend veld met schapen en hier en daar een boompje. Dat verandert in het noorden van het veld. Daar heet het ook het Mantingerzand en slingeren we tussen de jeneverbessen door over een soms zanderig pad. Het veld heeft duidelijk twee gezichten. Bijna aan het eind neem ik afscheid van Saak die dezelfde weg terug loopt. Ik kom niet lang daarna aan het eind van het Mantingerveld en loop langs een vrij groot parkeerterrein. Het veld heeft duidelijk een recreatieve functie al staat er vandaag (zondagmorgen) om kwart voor elf maar één auto.
Daarna loop ik over de Stienkamp tussen akkers door naar Mantinge. Het dorp werd voor het eerste vermeld in officiële documenten in 1335. Anno 2023 heeft het iets minder dan 300 inwoners. in het kader van de werkverschaffing werd in Mantinge in 1939 een werkkamp opgericht. In eerste instantie was het werkkamp bedoeld voor arbeiders uit de steden, maar dat veranderde tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het werd toen een dwangarbeiderskamp voor Joden. Opvallend is dat Kamp Mantinge het enige kamp was waar de joodse spijswetten werden gevolgd. Veel joden uit dit kamp zijn later doorgevoerd naar kamp Westerbork en naar kampen in Oost-Europa zoals Auschwitz en hebben de oorlog niet overleefd. Pikant detail is dat De Heidemij de leiding had over Kamp Mantinge en de meeste joden geen geld betaalde voor hun werk. Het dorp behoorde tot 1998 tot de gemeente Westerbork en valt nu onder de gemeente Midden- Drenthe.
Garminge, Balinge, Mantinge en de Mantingerdijk vormen samen de Broekstreek. Die is ooit ontstaan doordat een aantal eeuwen terug agrariërs uit Westerbork zich hier vestigden. De streek heeft ook een eigen kunstwerk van Alphons ter Avest dat bestaat uit drie beelden die verspreid over de Broekstreek staan, maar samen één vormen. De boer is gekoppeld aan de ploeg en de ploeg weer aan het paard of de os. Deze eenheid van beelden legt de relatie tussen de dorpen Garminge, Balinge en Mantinge. Bij Mantinge staat De Boer (zie foto).
Na Mantinge loop ik door de Broekstreek die even buiten Mantige De Windhorst heet. Een ernstig mishandeld informatiebord (zie foto) geeft daar informatie over. Ik drink er op een bankje mijn tweede kop koffie en schud mijn hoofd over zoveel vernielzucht. Ik zal er nooit aan wennen.
Daarna loop ik land het gebied dat als ‘Mantingerbosch en weiden’ bij mij op de wandelkaart staat: Het gebied bevat een waardevol eikenhulstbos met uitzonderlijk grote en oude hulstbomen. De weiden bestaan uit vochtige graslanden met houtwallen en elzen. De houtwallen en elzen zijn me opgevallen, maar omdat ik langs het Mantingerbosch loop zijn me die oude hulstbomen niet opgevallen.
Daarna loop ik door het ‘Bruntinger Binnenveld’. En valt op dat Drenthe mee gaat in de vaart der volkeren. Ik heb daar uitzicht op maar liefst vier grote moderne agrarische bedrijven, die de horizon een bijna futuristische aanblik geven. ‘Gelukkig’ mag ik na de weg Binnenveld over een graspad langs een sloot. Graspaden lopen niet vaak lekker en daarop is dit pad geen uitzondering. Hoewel er wel wat gemaaid is, moet je bij zulke paden altijd ontzettend uitkijken voor kuilen en gaten. Een aantal weken terug heb ik op zo’n pad nog behoorlijk mijn enkel verstuikt en dat voel ik nog.
Na het graspad kom ik op het fietspad langs de Hoogeveenseweg (de N374). En daar heb ik nog een leuke ontmoeting. Ik ben net bezig een traditionele boerderij op de foto te zetten als mij een echtpaar voorbij fiets. “Hé,” hoor ik de man roepen, “hé Karst.” Ik vind het een klein wonder dat de man mij herkent, want ik heb hem eenmaal (wel een paar uur) gesproken op de Vrijwilligersdag van Recreatieschap Drenthe en draag nu een bril. Het vervelende is dat ik zijn naam ben vergeten. (Later blijkt dat Dirk Beugel te zijn. Een bijzonder aardige man.) Maar dat weerhoudt ons er niet even van gedachten te wisselen. Hij weet me te vertellen dat naast de boerderij die ik net gefotografeerd heb nog een boerderij stond die in zijn geheel naar Orvelte verplaatst is. Waarvan acte.
Ik neem afscheid van mijn fietsende facebookvriend en zijn vrouw en loop verder door Bruntinge, dat op mij geen onuitwisbare indruk maakt. Nee, echt mooi kan ik de plaats niet vinden.
Na Bruntinge loop ik een kilometer over de Holtingerstraat: een rustig weggetje waar ik alleen de Vezet Zuurkoolploeg tegen kom. ( Vroeger heette een wielerploeg zo en daarom krijgt elk onbekend wielerploegje van mij deze naam.) Wat opvalt bij groepjes wielrenners is dat ze altijd ongelooflijk zitten te kwekken onder het fietsen. En bijna altijd met stemverheffing. Ik kan ze van veraf al horen aankomen.
Na die kilometer gaat het Drenthepad plotseling rechtsaf en de alternatieve route (die staat op mijn kaart) rechtdoor. De route is hier duidelijk om gelegd, al moet mij van het hart dat het begin van het pad enige zelfkastijding vereist. IK ben nog maar net door een hek als ik zie dat er ‘een pad’’ dwars door de bramenstruiken loopt (zie foto). ‘Leuk dat men paden verlegt, maar onderhoud ze dan ook’, denk ik en aarzel even of ik niet beter de alternatieve route (voor hondenbezitters) kan nemen. Maar ik verman mij en stap onverschrokken door de struiken dit nieuwe pad op. Gelukkig duurt deze zelfkastijding maar even, want na een honderd meter wordt de bramengroei minder en wordt het pad weer een pad. En het moet gezegd. De ‘nieuwe’ route over het Scharreveld is beslist de moeite waard. Het is een hersteld heideveld dat in de vorige eeuw ernstig was aangetast door ontwatering en bemesting. Het Drentse Landschap voert hier nu het beheer en afgezien van het ‘Braamstruikse Binnenpad’ (nog onthouden van de Fabeltjeskrant) is de natuur er hier erg op vooruit gegaan. Het oogt in ieder geval al mooi en het aardige is dat mijn route door deze oversteek wel een kilometer korter wordt. Nee, het is geen straf om hier te lopen. Zelfs langs de weg Scharreveld heeft men een ‘nieuw’ graspad aangelegd, zodat je hooguit een 400 meter over de weg moet lopen. (Bij de oude, nu alternatieve route, loop je wel 2 km over deze weg.)
Tegenover de Frederiksoever, betreed ik voor de tweedemaal het Scharreveld. Het Drenthepad laat de hoge Kijkheuvel op dit veld links liggen en dus maak ik er van een afstand maar een foto van. Daarna loop ik bij een paar Schotse Hooglanders langs die mij even nieuwsgierig gadeslaan, maar daarna rustig verder grazen. Op het veld kom ik volgens mijn boekje langs de Boekweitenplas, maar daar is niks van te zien. Een andere grote plas heeft (nog) geen naam en is wel duidelijk zichtbaar. Het is er mooi, al hoor je hier duidelijk de vrij drukke N381. Daar ga ik even later bij een viaduct onderdoor en loop na 800 meter via een bosgebiedje naar Westerbork.
Vlak voor Westerbork kom ik langs het beheercentrum De Pieterberg van Het Drentse Landschap. Een mooi gebouw zo op de rand van Westerbork. Eenmaal in het dorp valt het mij op dat men daar verwoede pogingen doet om het imago van Kamp Westerbork kwijt te raken. Bij de Stefanuskerk staan uitspraken van kinderen over vrijheid en citaten van o. a. Mosje Dayan van Israël: Vrijheid is zuurstof voor de ziel en ook Karel Appel wordt geciteerd: Vrijheid is een grote discipline. Maar de mooiste vind ik toch wel van Albert Einstein: Alles dat werkelijk groots en inspirerend is, is gecreëerd door een individu dat kon werken in vrijheid. En één van de kinderen schreef: Vrijheid voor ons allemaal zou niet bijzonder moeten zijn maar heel normaal.
De Stefanuskerk is een gotische kerk, die in 1206 de capella de Burch genoemd wordt. Deze viel toen onder Beilen. Later werd deze kapel een zelfstandige parochiekerk. De kerk van nu werd gebouwd in het begin van de 15e eeuw, als opvolger van een houten voorganger.
Kortom, het dorp is al behoorlijk oud.
Even later kom ik langs een ‘beeld’ met daarop de tekst: ‘Westerbork dorp van Vrijheid’. Ja het bezit zelfs een kunstwerk van Armando met de tekst: Vlag Symbool van overwinning op het kwade van herwonnen vrijheid en hoop op de toekomst. Hoewel de vlag meer weg heeft van een erg groot uitgevallen bijl is het wel een kunstwerk van de beroemde Armando en daar mogen ze in Westerbork best trots op zijn.
Ondanks al die vrijheidsuitingen is het dorp onlosmakelijk verbonden met het beruchte Kamp Westerbork. Maar omdat ik daar bij een volgende etappe nog langs kom, zeg ik er nu maar even niets over.
Maar ondanks dat trieste verleden wordt het dorp nu volop gepromoot als het leukste dorp van Drenthe. En dat kan best eens waar zijn. Want toevallig kom ik langs druk bezochte volleybalvelden waar men de Open Westerborker Beach Kampioenschappen houdt. Jong en oud werkt zich daar met veel plezier in het zweet. Dat oogt absoluut gezellig en ik geloof graag dat het in Westerbork tegenwoordig goed toeven is. Na Westerbork kom ik op de Oude Groningerweg. Die heb je op meer plaatsen en geeft aan dat Groningen al heel vroeg een centrum functie had waar mensen naar toe trokken. De weg is in dit geval een zand- c.q. graspad. Het is moeilijk voor te stellen dat dit pad door waarschijnlijk honderdduizenden gebruikt is om naar Groningen te komen.
Na de Oude Groningerweg maakt het Drenthepad nog een slinger door een bos- en heidegebied met de naam Reyntjesveld. Het gebied ligt op een keileemrug uit de Saale-ijstijd (de voorlaatste) dat later tijdens de Weichsel-ijstijd met dekzand werd bedekt. Men noemt dit ook wel de ‘Rug van Orvelte’.
In kom langs een replica van een oude boerderij uit de IJzertijd. (800 – tot ongeveer 0 voor Christus). Het is er smoordruk, maar ik kan nog een foto binnenin maken zonder bezoekers. Het valt me op dat de boerderij nog best groot is, al neem ik aan dat de binnenruimte niet alleen voor de mensen was, maar ook voor de dieren.
Hierna is het maar een ‘kippenscheetje’ naar Orvelte. Maar voor ik bij onze bus ben (ik zie hem al staan) neem ik nog even een pad door een bosje met de naam: Het houten pad van Theodoor. Het is daar speciaal voor kinderen aangelegd en dat is te zien. Het is er druk.
Als ik bij Saak kom stelt ze voor om even naar de wolmarkt te lopen die op dat moment in Orvelte gehouden wordt. “Er is een wolmarkt, maar daar tegenover hebben ze een leuk terrasje. Wil je daar een pilsje of hier?” Ik kies voor het terras. Die paar honderd meter kunnen er nog wel bij en de beloning is een lekker half litertje op het terras van de Drentse Heerlijkheid. En die wolmarkt, dat geloof ik wel.