21 juli 2021
Eerste verhaal
Dit verhaal is echt voor de liefhebbers van wandelen. Ben namelijk vandaag begonnen aan het Elfstedenpad van 283 km. De start is bij de Vrouwenpoortsbrug en vol goede moed begin ik aan mijn nieuwe uitdaging. Eigenwijs als ik (soms) ben denk ik het pad in Leeuwarden voldoende bestudeerd te hebben. IK kijk dus niet in mijn boekje. Per slot van rekening staan er ook tekens waar je links of rechts moet. Helaas valt dat direct al tegen, want ik ben hooguit 500 meter op weg als ik in het Vossepark al verkeerd loop. Gelukkig kom ik er snel achter en één blik in het Elfstedenpad-boekje leert mij dat ik direct al een afslag gemist heb. Ik had beter moeten weten, want ook bij de verkenning van het Stellingenpad liep ik de knooppunten op die route soms ongezien voorbij, waardoor ik het dat pas minstens 10 kilometer langer gemaakt heb. Gelukkig wordt ik er hier in het Vossepark direct aan herinnerd en houd ik de beschrijving in het boekje nu nauwgezet in de gaten. Daardoor loop ik zonder verdere omwegen Leeuwarden uit. Grappig is dat op een wat verwilderd veldje in de stad een paar konijnen rustig aan het spelen zijn. Ik heb daar nu al meer konijnen gezien dan in de bijna zes jaar in Oldeberkoop vlakbij het natuurgebied De Batten. Dar woon ik namelijk vlakbij. Het kan verkeren.
Na Leeuwarden kom ik een wat scheef lopende man achterop die met slechts een minuscuul drinkflesje gewapend ook aan de wandel is. Als ik hem passeer begint hij ogenblikkelijk tegen mij te praten. “Het Elfstedenpad aan het lopen?” vraagt hij terwijl ik al een paar meter voor hem uitloop. “Ja,” zeg ik. “Ben net begonnen.” “En hoever loop je vandaag?” Ik lig de man ondertussen al minstens tien meter voor. “Vandaag, doe ik er 22,” antwoord ik mij half omdraaiend. “Mooie afstand,” zegt de man. ” Ik doe vandaag 25 km.” “Je hebt altijd een baas boven baas,” zeg ik mij nog wat verder omdraaiend omdat de afstand tussen hem en mij al gegroeid is tot minstens 20 meter. Daarna kan ik mijn weg zonder verdere vragen vervolgen.
Bij Ritsumazijl merkt ik dat ik door twee dames gevolgd word, die luid pratend steeds dichterbij komen. Ik merkt dat ik ondanks mijn bijna 71 jaren het niet wil laten gebeuren dat ze me inhalen en ik versnel mijn pas. Gelukkig lopen ze niet het Elfstedenpad en al voor Deinum ben ik ze kwijt. Na Deinum loop ik echt dwars door de landerijen en met het prachtige weer voel ik mij een rijk mens om zo van plaats naar plaats te lopen, met altijd een kerktoren die boven het dorp uitsteekt. Deinum Boksum, Jellum en Bears, ik rijg de plaatsen vrolijk doorstappend aan mijn elfsteden kralenketting in het besef dat, ondanks de soms aanwezige verloedering op sommige boerenerven, Friesland nog ontzettend veel mooie plaatsen en vergezichten heeft, ook al is de stad Leeuwarden met zijn hoge flatgebouwen steeds aanwezig en wordt de rust tot tweemaal toe verstoord door een opvliegende straaljager. Wat maken die dingen een herrie als je zo door de stilte van het platteland loopt. Van Bears gaat het naar Fûns (een gehucht zonder kerk) en naar Jorwerd waar ik mijn vrouw Saakje hoop tegen te komen. Maar dat mislukt. Zij zou me vanaf Mantgum tegemoet lopen, maar liep in Mantgum volkomen verkeerd. Ben dus niet de enige die dat wel eens overkomt. Halverwege Mantgum kom ik haar pas tegen en de laatste kilometers zijn we gezamenlijk naar de auto gelopen, die even buiten Mantgum bij het eind van de etappe staat. Moe maar voldaan en drijfnat van het zweet ( het werd na 12 uur behoorlijk warm en benauwd) stap ik bij haar in de auto. Was een prachtige tocht.