14 september 2012
Dit is mijn achtste wandelverhaal voor wandelliefhebbers
Het Elfstedenpad heeft mij al diverse keren verrast en dat is deze keer niet anders. Mijn vrouw Saakje zet mij bij De Blokken onder Kimswerd uit de auto. Zij rijdt de auto naar de Harlingerweg en zal mij tegemoet lopen. Doen we samen het rondje Kimswerd.
Ik zwaai haar uit en vergeet prompt Strava aan te zetten. Pas na een 3 à 400 meter kom ik er achter dat ik vergeet de afstand te meten en zet ik hem alsnog aan. Het is niet al te druk op het weggetje. Alleen voor een paar auto’s moet ik even aan de kant, want de weg is niet erg breed. Als ik een kilometer gelopen heb komen mij vlot achter elkaar een aantal schoolkinderen achterop, die naar Harlingen fietsen. Een klein manneke met een veel te grote tas en het zadel op het laagste punt fietst mij voorbij. Het is duidelijk een brugpieper, die nog kortgeleden de oudste was op school en nu de jongste. Als mij niet lang daarna ook nog een paar meisjes op de fiets passeren met de tas in zo’n mandje voorop ( ze hebben totaal geen oog voor de eenzame wandelaar), moet ik denken aan dat prachtige Friese lied van Rients Gratame: Fytse nei de finish. Een lied over jonge mensen die nog heerlijk leven in het nu en als enige zorg hebben de cijfers op school. Tenminste zo moet het zijn en ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat het met de leerlingen die uit de verspreid staande boerderijen en huizen onder Kimswerd naar Harlingen fietsen ook zo is. ‘Fietsen naar de finish (vertaling), Het eind van het met elkaar zijn. Het eind dat het begin is van het conformeren enz. enz.’ Het ontroert mij bijna een beetje. Kinderen die nog bijna hun hele leven voor zich hebben, niet wetend wat er allemaal nog op hen afkomt. En ach dat is maar goed ook. Een van de mooiste uitspraken die ik ooit over kinderen gehoord heb was: Kinderen hebben recht op onschuld.
Op de hoek van de Tolheksleane en de Dijksterbuursterlaan zouden Saak en ik elkaar weer treffen, maar zij is er veel eerder dan ik en loopt mij nog een stukje tegemoet. Daarna lopen we gezamenlijk naar Kimswerd waar het prachtige standbeeld van Anne Woudwijk staat, het standbeeld van Grutte Pier. Grutte Pier (1480 – 1520) is geboren in Kimswerd en was volgens overlevering wel twee meter vijftien lang en had een enorm zwaard waarmee hij in één klap meerdere vijanden kon onthoofden. Toen zijn vrouw en twee kinderen bij een aanval van de Zwarte Hoop (van de Saksische Karel van Gelre) om het leven kwamen en ook zijn boerderij in vlammen opging, zwoer Pier Gerlofs Donia (Grutte Pier) wraak en richtte de Arumer Zwarte Hoop op. Hij vocht niet alleen tegen de Geldersen, maar ook tegen de Hollanders en hij wordt nog steeds als een groot Fries verzetsstrijder gezien. Ik heb een foto van het standbeeld genomen, dat bij het gezicht enige barstjes begint te vertonen. Hopelijk wordt dat niet erger. Daarna lopen we naar de auto van Saak en drinken de koffie die we hebben meegenomen.
Na de koffie loop ik alleen verder richting Harlingen. Het duurt niet al te lang of ik mag een betonnen trap oplopen van 42 treden die mij naar de top van de zeedijk brengt. Tot mijn grote opluchting lopen er geen schapen en ook het gras is niet al te lang. Als ik evenwel bij een hek kom zie ik wel een kudde schapen midden op de dijk liggen en ik besluit om onder aan de zeedijk over een stuk asfalt te lopen. Dat loopt gemakkelijker en de schapenstront is daar makkelijker te ontwijken. Nadeel is dat je daar alleen maar de zee ziet. Bij een tweede hek ben ik de kudde voorbij en loop ik over de top van de dijk verder. Bij een horecagelegenheid vlakbij Harlingen zie ik Saak al op een bankje zitten. We zouden daar ons tweede kopje koffie drinken, maar hoewel er wel een paar mensen door het gebouw lopen, hangt het bordje met gesloten nog steeds op de deur.
Bij het standbeeld van de Stiennen Man neem ik even een foto. Het beeld is al van 1576, maar heeft diverse restauraties ondergaan. De originele koppen bevinden zich in het Fries Museum. Wat opvalt is dat de beide koppen bovenop de pilaar naar het noorden en het zuiden kijken (dus over de dijk) , terwijl er een liedje is dat zegt dat ze uitkijken over fjild (veld) en strân (strand). Maar wel mooi dat het beeld er nog altijd is.
In Harlingen gaan we voor de tweede keer aan de koffie en het moet gezegd, net als in Bolsward treffen we het weer geweldig. Hoewel we eerst aarzelden om bij Atelier Swoop naar binnen te stappen, het woord atelier koppel je niet zo snel aan koffie, zijn ze er volledig op ingericht. Daarnaast kun je er Scandinavische interieur- en lifestyle producten krijgen, maar daar kwamen we niet voor. We komen achter in een soort prieel te zitten en krijgen van een allervriendelijkste dame de Pruimen-kruimeltaart en de koffie aangereikt. Over het algemeen ben ik niet direct zeer enthousiast, maar deze keer overtrof de taart zelfs onze stoutste verwachtingen. Hij was nog warm en de bovenkant had een heerlijk krokant korstje met daaronder de pruimen en een soort cake. Het was om je vingers bij af te likken en daar is niets overdrevens aan gezegd. En ook op de kwantiteit was niet bezuinigd. Kortom we hebben daar in meerdere opzichten even heerlijk gezeten.
Daarna lopen we met enorme slingers en slagen door Harlingen en het moet gezegd: de binnenstad is prachtig. Hebben architecten aan de buitenkant nog gemeend het aanzicht van Harlingen te moeten ‘verfraaien’ met huizen die voor het grootste deel uit glas bestaan, in de binnenstad zijn huizen in de oude stijl gerestaureerd. In één woord: prachtig.
Als we weer bij de auto van Saakje komen wissel ik even van schoenen. Mijn nieuwe Meindles lopen prima maar zijn nog enorm stug. Na 13 kilometer vind ik het wel mooi geweest. Daarna mag ik het alleen uitzoeken en dat mag je letterlijk nemen. Even buiten Harlingen loop ik verkeerd. Gelukkig kom ik er na honderd meter al achter, dus dat valt mee. Maar even later word ik geconfronteerd met een plakplaatje met daarop: Elfstedenpad, gewijzigde route. Op hoop van zegen dat het daarna goed komt, ik had op dat moment niets meer aan de beschrijving in mijn boekje, loop ik op goed geluk het dorpje Midlum binnen. Maar het valt mee. Ze hebben de nieuwe aanwijzingen goed aangebracht, want ik kom buiten Midlum op een hagelnieuw fietspad terecht dat mij dwars door de landerijen naar Wijnaldum brengt. De tocht naar Herbaijum gaat daarna als een speer en ik ben mede door de omleiding bijna een half uur eerder op de plaats waar Saak mij weer op zal pikken dan ik ingeschat had. Een beetje sneu, want Saak zou net even een tukkie doen toen ik haar belde dat ik er al bijna was. Het duurde dan ook even voor ze opnam. Eenmaal in de auto kwam ik tot de conclusie dat ik in Herbaijum net iets te enthousiast geweest ben en het centrum letterlijk links heb laten liggen. Dat moet ik de volgende keer dus goed maken. Wat mij op deze tocht nog opviel was dat de aardappeloogst zo te zien nog behoorlijk goed is en dat Friesland in die hoek is vergeven van windmolens. Strak en wit staan er wel enige honderden te draaien in het landschap. Ik stel voor om ze groen te schilderen. Vallen ze in ieder geval iets minder op.