12e etappe van de Drentse Aa bij Schipborg naar Veendam

12e etappe van de Drentse Aa bij Schipborg naar Veendam

12e etappe van de Drentse Aa bij Schipborg naar Veendam 25 km

Na een tocht van anderhalf uur, via Veendam is het al na half tien als we eindelijk in Schipborg de rugzakken omdoen en vertrekken. Oorspronkelijk had Schipborg de naam ‘Borck’ of ‘Borch’, hetgeen wijst op de aanwezigheid van een versterkte boerderij. Het is een oud dorpje dat al in de vroege Middeleeuwen is ontstaan. Rond het jaar 900 waren er 6 boerderijen. Rond 1300 waren er 10, een aantal dat tot 1900 niet meer is veranderd. Het inwoneraantal lag gedurende deze hele periode vermoedelijk niet boven de 80. Schipborg was vanaf het ontstaan een onderdeel van het ‘kerspel’ (kerkgemeente) Anloo en behoort vanaf 1998 tot de gemeente Aa en Hunze. Het ligt aan de oostoever van het Schipborgse Diep, maar dat is gewoon de Drentsche Aa. (Met dank aan Schipborg.info/geschiedenis.) Maar met de beek de Drentsche Aa hebben we vandaag niets meer te maken al ligt hij op maar een paar honderd meter van de startplaats. Nadat we even langs de Borgweg hebben gelopen ‘komen we op de Holle Drift. Ook Schipborg ontkomt niet aan de vakantiehuisjes en op de Holle Drift is men dan ook druk bezig om het verharde pad te verlengen, zodat er nog meer huisjes bij gebouwd kunnen worden. Maar eigenlijk is de benaming huisjes verkeerd. Het zijn complete eengezinswoningen die tegenwoordig als vakantiehuis worden verhuurd en het is dan ook geen wonder dat steeds meer mensen daar op een handige manier gebruik van maken om er permanent te wonen. En met het huidige woningtekort kan ik hen geen ongelijk geven.
Aan het eind van toekomstige bestrating, het zandbed ligt er al in, duiken we de landerijen in. We lopen over de esch van Schipborg. Het is nog steeds een beetje mistig, maar dat geeft het landschap een bijna mystieke sfeer met die laagstaande bleke zon.
Na een bospassage Strubben/Kniphorsterbosch komen we bij een militair oefenterrein, waar de infanterie ongetwijfeld veel geoefend heeft in het nemen van barrières zoals rioolbuizen en schuttingen. Omdat er totaal geen slijtplekken in het gras te zien zijn, heb ik niet de indruk dat daar nog veelvuldig gebruik van gemaakt wordt. Volgens mijn wandelboekje lopen we even later langs een schietterrein, maar ook daar heb ik niets gezien dat op schietactiviteiten wijst. Dat was bij Havelte wel anders. Daar stonden levensgrote borden met ‘LEVENSGEVAARLIJK’. In ieder geval is het een prachtig heidegebied waarop een eenzame hardloopster wat rek en strekoefeningen doet.
Overigens zijn strubben eikenbosjes en is het Kniphorstbosch genoemd naar een familie Kniphorst. Ik heb ze daar niet gezien, maar volgens een informatiebordje liggen er hunebedden, tientallen grafheuvels, bomkraters en stokoude karrensporen. Om dat allemaal te zien moet je ongetwijfeld wat afwijken van de route, en dat doen we niet.
Bijna aan het eind van het heideveld annex schietterrein neem ik afscheid van Saak. Zij loopt terug naar Schipborg en ik ga verder via de Schipborgerweg naar Annen. Maar voor ik daar ben, moet ik nog door een tunneltje. “Op het grasveld bij het tunneltje heb ik veel oefeningen moeten doen met het hardloopclubje de Hunzerunners,” had Saak tegen me gezegd. Ik werp een blik op het weilandje, maar omdat er niets bijzonders te zien is, loop ik maar snel door naar het tunneltje, waar graffitivandalen (zo noem ik ze maar) diverse spuitbussen hebben leeggespoten. Een kakafonie van teksten en nauwelijks herkenbare afbeeldingen verpesten de wanden en zelfs het plafond. Ik kan het niet helpen, maar ik blijf mij er aan ergeren. Daarna loop ik over een zandpad met een fietspad ernaast en kom vlak voor de bebouwde kom van Annen bij een grote afbeelding die de situatie weergeeft van 100 jaar geleden. (Zie de foto’s) Ik citeer: De in Annen geboren boerenzoon Roelof Schuiling (1854 – 1936) is één van de belangrijkste grondleggers van het aardrijkskundeonderwijs in Nederland. Grote bekendheid verwierf hij met zijn serie Nederlandsche Landschappen. De schoolplaat ‘Een esch in Drenthe’ van zijn geboortedorp was de eerste in de reeks van 37 Aardrijkskundige Wandplaten van Nederland. Het indrukwekkende panorama werd in 1912 op deze plek vastgelegd door de bekende kunstschilder A. H. Gouwe.


Ik neem op precies dezelfde plaats een foto (zie de foto na de foto van de wandplaat) en dan zie je goed welke enorme veranderingen er hebben plaatsgevonden. Die hebben ongetwijfeld hun voordelen, maar ik ontkom niet aan een gevoel van nostalgie als ik die oude afbeelding bekijk.
Daarna loop ik het dorp Annen in en kom na een rotonde met daarop een afbeelding van een uil met het woord MOI er op: de Drentse variant van goedendag of gewoon hoi. Grappig is dat de mensen in Annen de Anner Oelen genoemd worden. Enige zelfspot is de menen hier dus niet vreemd.
Na de rotonde kom ik op een lang pad dat achter huizen langs loopt en bepaald niet de meest fraaie indruk op mij maakt. Last van verkeer heb je er niet, maar je ziet er ook geen mooie huizen. ( Als ik thuis met Google Earth de Zuidlaarderweg in Annen bekijk, moet ik bekennen dat ook dat geen wonderschoon alternatief is.)
Aan het eind van het pad moet ik bij een benzinestation linksaf. Dat is niet te missen, want voor een dorpje als Annen staat er echt een enorm benzinestation, dat je met geen mogelijkheid over de kop kijkt.  En dan kom ik op de Anlooërweg toch nog langs een paar prachtige oude boerderijen en zie ik op de Brink ( de grootste grasbrink van Europa) nog een mooie bandstand staan. Daarnaast staat een bankje waar ik even heerlijk in het zonnetje een kop koffie drink en mijn stevige boterkoek opeet. Ik kan er in ieder geval daarna wel weer even tegen.
Voor ik het dorp verlaat geef ik een wat oudere man (met mijn leeftijd moet je daar wel voorzichtig mee zijn) een compliment, omdat hij voor zijn huis zelfs de straat aan het schoonvegen is. “U maakt het weer netjes,  zie ik,” zeg ik en dat ontlokt de man een brede glimlach. Zijn dag is weer goed en ik ben tevreden dat ik weer iemand het gevoel gegeven heb dat hij een nuttig lid is van de samenleving. Kleine moeite.
Als ik even later het dorp Annen achter mij laat, loop ik eerst over een smal, maar goed begaanbaar pad. Maar dat duurt maar even. Als ik de bocht om ga, duik ik bijna letterlijk de blubber in.  Ze hebben daar met zwaar materieel een sloot opgeschoond en dat heeft z’n diepe sporen nagelaten. Het tochtje naar de Nijedijk is maar 500 meter, maar als je die al slalommend aflegt, komt er nog wel 100 meter bij. Maar eenmaal op de Nijedijk, loop ik weer als een kievit gewoon rechtuit. Het is bijna een opluchting. Helaas duurt dit maar even en moet ik voor een bruggetje rechtsaf een graspad op. Hoewel het nooit echt prettig loopt op zo’n pad, omdat je de oneffenheden soms niet ziet, is het redelijk begaanbaar.  Maar je loopt daarop wel langzamer. Op zich is dat niet zo erg, als het niet al te lang duurt. Maar in dit geval is het pad wel een paar kilometer lang. Eerst moet ik de vaart links van mij houden en na een weg en een bruggetje rechts. Het land naast mij is keurig geploegd en als de vaart een  bocht naar links maakt, maken ook de ploegsporen keurig netjes diezelfde bocht. Het ziet er haast sierlijk uit (zie foto). Als ik eindelijk bij een weg kom, denk ik dat ik het wel gehad heb, maar helaas loopt het pad nog verder. Het is ook nog eens een frustrerend graspad, want ik moet een heel eind omlopen voor ik aan de overkant een natuurgebied in kan. Want hoewel de vaart maar 5 meter breed is en ik het bordje aan de overkant kan lezen, ontkom ik er niet aan om enige honderden meters om te lopen. Als ik bij het bordje “Waterwingebied’ kom (het was al duidelijk te lezen aan de overkant, zie ik dat er nog een bord staat met daarop de naam ‘Breevenen’.  Wat opvalt is dat het water er erg hoog staat en dat is geen wonder, want ik zie dat er water wordt ingepompt.
Op de site https://www.dehondsrug.nl/hotspots/breevenen/ lees ik het volgende: Nog niet zo lang geleden was het één onafzienbaar aardappelland. Halverwege de jaren ’90 heeft Waterleiding Maatschappij Drenthe (WMD) het terrein aangekocht en als natuurgebied ingericht.  Meer dan de helft van het water dat in Nederland uit de kraan komt, wordt uit grondwater geproduceerd. Overheid en waterleidingbedrijven houden samen in de gaten dat er niet méér water uit de grond gehaald wordt dan de natuur kan aanvoeren. In de Breevenen zoekt de WMD naar duurzame oplossingen door het water zo lang mogelijk in het gebied vast te houden. Vrijwel alle sloten zijn gedempt en het grondwaterpeil is inmiddels een flink stuk verhoogd.
Ik maak een slinger door het nieuwe natuurgebied en kom na een bruggetje op een fietspad. Daarna kom ik al snel bij de Hunze of Oostermoerschevaart. Ik vind wel dat ze hier in Drenthe wat moeilijk doen over de benamingen, want ook hier weer twee namen. Maar laat ik er niet al te veel kritiek op hebben, want wij hebben in Friesland ook twee namen voor de Tsjonger/ Kuunder.
Niet lang daarna loop ik richting Nieuw Annerveen. Op het fietspad staat Finish en honderd meter verderop Start. Ik weet niet of de plaatselijke hardloopclub hier zijn sprintjes trekt, maar het zal ongetwijfeld ergens voor dienen of gediend hebben. Na nog een slinger over een ‘Wandelpad’ ( het staat op een groot bord ) kom ik langs een boerderij op de Hunzeweg. Ik ben in het dorp Nieuw Annerveen, dat maar zo’n honderd inwoners heeft. Het is een van oorsprong kleine boerengemeenschap, waar zich ondertussen ook wat andere beroepen gevestigd hebben. Veel is er niet te zien en omdat ik al snel weer linksaf moet, zie ik zelfs van het weinige bijna niets.  
Het bijna kaarsrechte fietspad waar ik op terecht kom, loopt door een volkomen leeg gebied. Het is duidelijk dat ik het Drentse land echt achter me gelaten heb. Waren er eerst hier en daar nog wat bosjes, hier is de omgeving eindeloos kaal. Voor de vroegere veenarbeiders was er waarschijnlijk geen enkele beschutting toen zij hier in deze (toen) godvergeten vlakte aan het werk waren. Nu, met het zonnetje er bij ziet het er al een stuk vriendelijker uit en heeft het wel wat om zo alleen langs de Annerveense Mond (Annerkanaal) over een twee kilometer lang pad te wandelen. Je waant je even alleen op de wereld en wetend dat dat maar betrekkelijk is, heeft dat zijn charme.
In Annerveenschekanaal passeer ik de Haven Annermond. Je mag er zo te zien drie dagen met de boot liggen en over havengeld wordt niet gesproken. Dat is bij ons in de Stellingwerven hier en daar wel anders. Ik loop even langs het Grevelingskanaal. Het kanaal is genoemd naar Lambartus Grevijlink, mede-eigenaar van de Annerveensche Heerencompagnie die de hoogvenen in dit gebied heeft ontgonnen.  Na een bruggetje (het Roelfs Roetert Draaigie)  kom ik langs een huis met een wel heel bijzondere gevel. Het is een soort trap gevel, maar dan maar aan één kant (zie foto). Vlak daarbij moet ik langs de kerk (1836), die al even apart is. De toren is hier niet in het verlengde van het schip gebouwd, maar tegen de zijkant. Het is een zogenaamde waterstaatskerk. Dat is de benaming voor Nederlandse kerkgebouwen die tussen 1824 en 1875 onder toezicht (en soms ook naar ontwerp) van ingenieurs van Rijkswaterstaat werden gebouwd, veelal met financiële steun van de landelijke overheid. Dit werd mede veroorzaakt, omdat men vanaf 1798 poogde om de na de reformatie de van de katholieken ingepikte kerken weer terug te geven aan de katholieken. Omdat dat vaak op veel verzet stuitte, besloot de overheid om nieuwe kerkgebouwen met financiële steun van de overheid te laten bouwen. Het katholicisme zal waarschijnlijk in veenkoloniale dorp Annerveenschekanaal geen rol gespeeld hebben, maar als ‘arme’ gemeente zal men wel dankbaar gebruik gemaakt hebben van die subsidieregeling. (Om een misverstand te voorkomen: waterstaat viel toen nog onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken.) De kerk was tevens een boerderijkerk, d.w.z. dat de predikant naast zijn kerkelijk werk ook nog voor zijn vee moest zorgen om rond te komen. Nu is er een restaurant en een museum in gevestigd. Nadat ik achter de kerk door een klaphek gelopen ben, kom ik bij het keurig aangelegde dorpspark van Annerveenschekanaal. Een groot bord geeft aan wat daar wel en niet mag. Regel 2 is bijvoorbeeld: We zijn aardig tegen elkaar en regel 10 is: we spreken elkaar aan op onwenselijk gedrag. En verder natuurlijk de gebruikelijke gedragsregels voor hondenbezitters. Maar waar ik door werd verrast was het bord met de tekst: U bent zojuist de Semslinie gepasseerd. Ooit van gehoord, maar ik had absoluut niet geweten wat voor linie dat dat wel niet is. Deze linie is de eeuwenoude grens tussen Groningen en Drenthe , die loopt van Wolfsbarge bij het Zuidlaardermeer tot aan Huis ter Haar ten noorden van het klooster van Ter Apel. Het is de oudste lijnrechte grens ter wereld en in 1615 op verzoek van de Staten van Drenthe en Groningen uitgezet door de heren de la Haye en Johan Sems. De grens moest een einde maken aan het geruzie tussen de Drentse en Groningse veenboeren over het bezit van de toen waardevolle veengebieden. Prachtig dat ik dat nu ook weer weet. Het verhaal gaat dat men voor het uitzetten van die lijn de Martinitoren in Groningen als eikpunt gebruikte, maar dat kan niet waar zijn, omdat de doorgetrokken lijn de toren op wel een halve kilometer afstand passeert.
Na het parkje loop ik door een bosje dat gebruikt wordt om wat oefeningen te doen. Wat opvalt is dat de bordjes een Engels opschrift hebben: Step ups bij een bankje en Knee high even verderop. En zo staan er ongetwijfeld nog wel meer van die bordjes. 
Niet lang daarna maak ik op de Kielsterachterweg een fout. Ik loop tot aan de brug en wil daar rechtsaf slaan om daarna langs het Westerdiepsterdallenkanaal (mooi scrabblewoord) te lopen. Maar ik had eerder naar rechts gemoeten. En dus daal ik nu ik langs een stijl taluud, dwars door wat struiken, naar het pad langs het kanaal met die lange naam. Een paar schrammen rijker bereik ik verder redelijk ongeschonden de dijk langs het water en loop (weer) over een graspad. Ik waan mij even in Mollonië, want het wemelt er van de molshopen. Ik kan ze geen ongelijk geven, want in die dijk zitten ze lekker hoog en droog. Opvallend is dat het kanaal hier pas in 2009 is aangelegd (er liep wel een sloot of kleine vaart). Na een sluisje maakt het pad en de vaart een bocht naar links en ga ik voor de tweede maal in de fout. Op mijn kaartje loopt de vaart namelijk rechtuit (die is dus verlegt) en dat brengt mij in verwarring. Nadat ik een brug gepasseerd ben, loop ik nog even over de weg verder. Maar na een paar honderd meter begin ik argwaan te krijgen en zie nu dat mijn kaartje niet meer klopt. Stom natuurlijk, maar ik moet terug. Ik had na het bruggetje direct langs het nieuwe kanaal gemoeten. Je moet de kop er als wandelaar altijd goed bij hebben.  
Ik kom na het kanaal bij een grote plas die hier speciaal is aangelegd om het wonen in Wildervank te stimuleren. Als een variant op Palm Jumeirah en Palm Jebel Ali in de Perzische Golf bij Dubai hebben ze hier een complete woonwijk aangelegd, waarbij alle huizen aan het water liggen. Alleen hebben ze vergeten om de straatnamen wat excusievere namen te geven. Je zult maar in zo’n mooi huis aan het water in de Knobbelzwaan wonen. Alle zwanen, gansen en reigers zijn terug te vinden in de straatnamen, dus daar is duidelijk door een ornitholoog over nagedacht. Persoonlijk denk ik dat namen als Goudplevier en Zilverplevier  (voor de net iets minder mooi gelegen huizen) hier beter op z’n plaats waren geweest. Maar dat terzijde.
Ik mag om de nieuw aangelegde plas heen lopen en kom na een brug (trap omhoog, trap omlaag ) in het Park Borgerswold. Ze hebben hiermee in deze oude veenkolonie gepoogd om wat Drentse sfeer in dit dorp te creëren. En eerlijk is eerlijk, het ziet er mooi uit en er wordt dankbaar gebruik van gemaakt. Want ook op deze doordeweekse dag zie ik er heel wat mensen rondlopen.
Nadat ik het park achter me gelaten heb, loop ik ongemerkt Veendam binnen. Omdat ik niet meer weet hoe ik bij mijn auto moet komen, app ik even met Saakje en vraag haar hoe het plein ook al weer heet waar mijn auto staat. Die blijkt op het Jan Salwaplein te staan. Als ik dat op Google Maps intyp krijg ik te lezen dat ik nog 220 meter moet lopen. Een ‘tik an et oor’. (Voor niet stellingwarvers: die afstand stelt niet zo veel meer voor). Even verderop staat zelfs nog een grote richtingaanwijzer met ‘Jan Salwaplein’. Paniek om niks dus.
Na goed 25 kilometer stap ik na een mooie tocht in de auto. Op naar Oldeberkoop. 

Geef gerust je reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Back to Top