05Van Stavoren naar Nijhuizum

05Van Stavoren naar Nijhuizum

Groot-frieslandpad 5e etappe 13-12-2022 van Stavoren naar Nijhuizum 20 km
Het is goed 8 uur als Saakje en ik allebei in onze eigen auto stappen en achter elkaar aan rijdend naar het voor mij totaal onbekende Nijhuizum rijden.  Omdat ik daar mijn auto ergens kwijt moest zien te raken, had ik met Google Earth ontdekt dat er bij Fries en Fruitig (een groepsaccommodatie) in die plaats een parkeergelegenheid is. Omdat ik via streetview ontdekte dat dat geen openbaar parkeerterrein is, heb ik de dag van tevoren even gebeld. Ik kreeg een uitermate vriendelijke mevrouw aan de telefoon, die mij na enig overleg toestemming gaf om daar te parkeren. En toeval of niet,  ik had mijn auto daar nog maar net geparkeerd of de dame in kwestie parkeert ook haar auto. Ik bedank haar nogmaals en zij wenst mij een plezierige wandeling. Daarna stap ik bij Saak in de auto en rijden we richting Stavoren, een tochtje van toch nog een klein half uurtje. Vlak voor Stavoren worden we verrast met een bordje waarop aangegeven staat dat de Stationsweg is afgesloten. “Ach, de mensheid lijdt het meest van het lijden dat men vreest,” zegt Saak en rijdt onder het mom van ‘we zien wel hoe ver we komen’ toch richting de afgesloten Stationsweg. Nou die blijkt inderdaad afgesloten. Vanaf de Kooiweg, vlak voor het spoor,  barricaderen grote hekken en een vrachtwagen de ingang, zodat we noodgedwongen onze auto daar even aan de kant zetten om te overleggen. “Maar eerst is er koffie,” zegt Saak en daar heb ik ook wel  trek in. Na enig overleg besluiten we dat ik daar ook wel kan beginnen. De wandeling vanaf het station leidt immers voor het grootste gedeelte langs de Kooiweg, waarlangs een aantal karakterloze (fabrieks)hallen staan en dat geloof ik wel.  Ik vind het wel jammer dat ik nu niet bij het station start, want ik had dat gebouw graag op de foto gezet. (Hier schoot mijn voorbereiding duidelijk te kort, want wat vond ik later op internet: Het kopstation werd geopend op 8 november 1885 en geeft sinds 1886 aansluiting op de veerdienst Enkhuizen – Stavoren, die van belang was als onderdeel van de doorgaande verbinding tussen Amsterdam en Friesland via de spoorlijn Zaandam – Enkhuizen. Daarom had Stavoren een breed en hoog stationsgebouw, dat wordt toegeschreven aan de architect M.A. van Wadenoijen. De beide zijvleugels liepen uit op naar voren staande eindgebouwen. Het werd in 1973 gesloopt. Sindsdien is er slechts een simpele wachtgelegenheid (abri). Thuis heb ik op internet nog een oude foto van dat gebouw weten te vinden en jullie moeten het me maar niet kwalijk nemen, dat ik bijna vloekend achter de computer zat over zoveel vernielzucht. Als eerbetoon aan dat gebouw heb ik de foto in mijn fotogalerij geplaatst. En voor de liefhebbers toch even ‘in a nutshell’ iets over de geschiedenis van Stavoren (bron Infonu.nl): De plaats Stavoren is minder oud dan men in de legendes beweert. De Indische God Stavo zou de naamgever zijn van de stad. Men is het er nu wel over eens dat Stavoren ‘pas’ in de vroege middeleeuwen werd gesticht. Bij deze plaats werd in het jaar 837 door de monnik Odulphus een klooster gesticht. Het Sint-Odulphusklooster werd in de negende en tiende eeuw een belangrijk hoofdkwartier voor het verspreiden van het christelijke geloof. Aan die bloeiperiode van de havenstad en het klooster kwam een einde toen in het jaar 991 de Vikingen binnenvielen en zowel de plaats als het klooster plunderden. De plaats kreeg in 1061 al stadsrechten. Stavoren werd vroeger als Staveren geschreven. Historici en naamkundigen zijn het er over eens dat de naam in de oude Friese taal ‘bij de palen’ betekent. Dit sloeg mogelijk op het grote palenscherm bij de vroegere haven, die de golven uit de zee brak en er zo voor kon zorgen dat schepen veilig konden aanmeren.
Omdat ik op 13 december nog niet wist dat de vernielzucht van de jaren zestig en zeventig ook in Stavoren zijn sporen heeft achtergelaten, begon ik toch met enige spijt aan de wandeling. (Achteraf hadden we via de Kooiweg nog een heel eind kunnen komen met de auto, maar dat is praat achteraf.)
Ik trek mijn jas aan, trek de muts over mijn oren en doe de handschoenen aan. Het is koud, maar omdat er nauwelijks wind staat best te doen. Nadat ik mijn rugzak op het gedaan neem ik afscheid van Saak, die naar Molkwerum rijdt en mij dan tegemoet zal lopen. Nog even Strava instellen, Saak uitgezwaaid en mijn vijfde etappe is begonnen. In de bocht van de Kooiweg word ik direct al verrast met een werkelijk propvolle tuin met kerstspullen: plastic lammetjes, een heuse kerststal en opblaaspoppen ( eentje is waarschijnlijk wat lek) ‘sieren’ het huis. ‘Wat een werk, wat een werk’ denk ik en neem een paar foto’s. In ieder geval had ik dit niet gezien als ik werkelijk bij de abri’s in Stavoren was begonnen.
Vlak na de bocht in de weg kom ik al bij het weggetje met de vreemde naam Jurisdictie. (Heb niet kunnen achterhalen waar die naam vandaan komt.) Ik duik bijna letterlijk de landerijen in. Vooral als het weggetje een fietspad wordt, waan je je bijna in een soort niemandsland. Met het zonnetje er bij is het direct al een feest om hier te lopen. Vlak voor Molkwerum loop ik door een gebied met honderden zo niet een paar duizend ganzen, die luid gakkend op de vleugels gaan als ze mij zien aankomen. Blijkbaar hebben ze het gevoel dat ze van twee kanten bedreigd worden, want Saak komt mij hier tegemoet. Daarna lopen we gezamenlijk door Molkwerum, waarbij de uitgang um suggereert  dat het hier een oud terpdorp  betreft. (Op internet staat echter dat het dorp is gebouwd op 7 of 8 eilandjes welke in vroeger tijden allemaal met elkaar verbonden waren. De waarheid zal wel ergens in het midden liggen.) In ieder geval was het dorp vroeger een zeevaartdorp.
Na het tweede bakje koffie even buiten Molkwerum, zwaai ik Saak voor de tweede maal uit. Zij gaat naar huis en ik mag proberen in Nijhuizum te komen. Ik moet direct al de dijk op en zie daar tot mijn verrassing een vliegtuigvleugel die uit het water steekt. Het is een monument ter nagedachtenis van al die vliegeniers die in de Tweede Wereldoorlog in het IJsselmeer zijn neergestort en nooit meer teruggevonden zijn. Mooi dat men daar aandacht voor heeft. Daarna loop ik een anderhalve kilometer over de dijk tot het mij begint te vervelen. Je hebt bovenop zo’n dijk een mooi uitzicht naar beide kanten, maar omdat ik dit pad ook al bij de Friese Elfstentocht heb gelopen en het uitzicht over het IJsselmeer en op Hindeloopen niet wezenlijk verandert, daal ik af naar de weg die er naast ligt. Dat loopt een stuk lichter. Bij Schuilenburg mag ik sowieso niet op de dijk lopen (grote hekken en een waarschuwingsbord ‘Verboden voor onbevoegden’ geven dat duidelijk aan). Omdat ik op een bepaald moment getriggerd word door een voor mij vreemd geluid, klim ik toch even over de afrastering en constateer dat daar achter de dijk een rupsvoertuig rijdt. Maar hij is niet alleen, want overal is daar bedrijvigheid.  Men is daar namelijk druk bezig om tegen het IJsselmeer aan een aantal luxe bungalows te bouwen voor de ‘happy few’. Ik schud mijn hoofd, want hiermee wordt weer eens bewezen dat de natuurwaarden het soms nog moeten afleggen tegen het kapitaal. Ik ga er maar van uit dat er over nagedacht is.
Voor Hindelopen ga ik de dijk weer op en loop zo langs het strandje van Hindeloopen naar Scheepshelling Blom, waar ik de dijk moet verlaten. Daarna loop ik een straatje in en kom bij een noodbruggetje een man tegen die tegelijk met mij een foto neemt van het oude Raadhuis. Ik raak met hem in gesprek. Het blijkt Lucas Kramer te zijn uit Urk (niet te verwarren met de zanger Lucas Kramer uit die plaats). Ik loop met hem op en we zijn het al snel eens dat veel historische stadjes soms worden verknoeid met moderne, niet in het straatbeeld passende huizen. Lucas maakt foto’s van die oude stadjes en zet die vervolgens op o.a. facebook. Volgens Lucas heeft hij bewonderaars over de hele wereld: “Vooral emigranten bekijken mijn foto’s,” zegt Lucas. “Sommigen zijn daardoor zelfs tot tranen toe geroerd. Op de een of andere manier krijgen ze dan toch last van heimwee.” “Dat kan,” zeg ik en al pratend vergeet ik helemaal de juiste route te nemen. Als Lucas naar de parkeerplaats loopt om zijn auto op te halen, constateer ik dat ik niet helemaal goed zit. Gelukkig geeft mijn kaatje aan dat ik nooit helemaal fout kan lopen en dat klopt. Na een paar honderd meter zit ik weer op de route en mag ik weer over een oude zeedijk het Groot Frieslandpad vervolgen. Hoewel de dijk dwars door rietvelden loopt met plassen waarin eenden proberen een stuk ijsvrij te houden, begin ik ondanks het mooie uitzicht steeds meer te verlangen naar een gebied met geen dijken. In Noordholland waren het allemaal dijken en het loopt vooral met lang gras zwaar. Bij het oude Lichtbaken bij Workum, met een stukje particulier terrein, verstuik ik bijna mijn voet, omdat je daar omheen moet lopen en over een hek moet klimmen. Die blijkt glad te zijn door de rijp en mijn voet schiet dan ook uit en komt tegen een paaltje aan. “Dat ging nog maar net goed,” zeg ik hardop tegen mijzelf. Daarna loop ik voor Workum weer over een stukje weg en kom bij de oude sluis, waar een paar prachtige zeilklippers liggen. Ik neem dan ook even bij de sluis op een bankje alle tijd om wat te eten en te drinken. Een prachtig uitzicht, mooi weer en genoeg eten en drinken bij me, wat wil een mens nog meer.  
Na een klein kwartiertje begin ik aan de tocht door Workum, dat zich langs het watertje de Wymerts, het tegenwoordige Noard en Sud, heeft ontwikkeld. Dat watertje vormde de verbinding tussen de Zuiderzee en de Friese binnenmeren. Langs de oevers van de Wymerts en de vaarwegen en afwateringen aan weerszijden heeft de stad zich geleidelijk verdicht en uitgebreid. Daarbij  werden  de oorspronkelijke agrarische kernen opgenomen binnen de stedelijke structuur. De eerste bewoning was hier al rond 1000 na Christus. Ook Workum was oorspronkelijk een scheepvaartcentrum en heeft sinds 1399 stadrechten. Voor verdere informatie over de stad verwijs ik naar: https://workum.nl/activiteit/geschiedenis-van-workum.
Workum is (nog steeds) een prachtig stadje dat ook (helaas) hier en daar ontsierd wordt door één of meerdere nieuwbouwhuizen die totaal niet passen in het historische karakter (zie foto). Natuurlijk.  wil ik daar de bewoners niet mee te kort doen, maar dat men ooit toestemming gekregen heeft van de schoonheidscommissie om zulke huizen hier te bouwen is mij een raadsel, Over een dakkapel wordt soms moeilijk gedaan om over de bouw van een soort hooiberg (eigen ervaring ) maar te zwijgen. Maar laat ik me maar bij die huizen in Workum houden: Kan iemand mij uitleggen wat de diepere gedachten geweest zijn van die commissie om zoiets toe te staan? In ieder geval is één ding duidelijk: het begrip ‘schoonheid’ is pluri-interpretabel (voor heel veel verschillende uitleg vatbaar).
Ik maak een foto van het pleintje met de leugenbankjes. Gelukkig is dit beeld niet aangetast. Daarna loop ik verder en passeer het Jopie Huismanmuseum (prachtig) en het nauwe steegje waar ik door moest toen ik het Elfstedenpad liep (als je daar doorheen bent, sta je plotseling weer midden in de landerijen). Het groot Frieslandpad loopt echter bijna tot aan het eind van Workum en bij een oude pomp mag ik dan rechtsaf.  Via Dwarsnoard en de Trekwei kom ik op een tegelpad langs de vaart. Ik moet nog even door een tunnel en  na nog een kilometer kom ik op de afslag Nijhuizum. Het is een doodlopende weg, waarbij je zomers gebruik kunt maken van een fietspontje. Dat is nu niet aan de orde. Na nog een anderhalve kilometer kom ik bij Fries en Fruitig en stap om even over tweeën in de auto. Op naar huis.

One thought on “05Van Stavoren naar Nijhuizum

  1. Gisteren 24 januari met 2 broers begonnen aan dit pad in Stavoren. Noord Holland slaan we eerst over. Geen zon, muts op, handschoenen aan vertrokken we bij het station in Stavoren. Wel fris wandelweer. Even gekeken bij het KNMI weerstation bij Molkwerum. Daar was het verder rustig, koekfabriek en museum waren gesloten. Via de wat drassige dijk richting Hindeloopen, maar al spoedig liepen wij ook op de straat. Bij Rustenburg inderdaad wordt daar voor kapitalen achter de dijk gebouwd. In Hindeloopen was ons rustpunt bij de haven. Toen via weer een grasdijk op naar Workum. Bij de oude vuurtoren van Reid de Jong en It Soal kwamen we bij de haven met mooi uitzicht op de toren van Workum. Bij die markante toren zijn we rechtsaf gegaan naar het station, waar onze auto stond. Opvallend: bijna nergens kun je meer overdag bij horeca terecht op maandag en dinsdag. Groet: Jan.

Geef gerust je reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Back to Top