Olterterp
09 Van Olterterp naar Waskemeer 24,5 km op 24 – 1 – 2023
We zijn mooi op tijd op de parkeerplaats van het Witte Huis in Olterterp en na de koffie kunnen we al om kwart voor negen aan de wandel. Maar voor ik met die beschrijving begin, moet mij van het hart dat ik het donkerbruine vermoeden heb dat het met het Witte Huis in Olterterp niet goed gaat. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat een zichzelf respecterend Hotel zo slecht met zijn parkeerplaatsen omgaat. Een knolleveld is er nog heilig bij. Een enorme kuil met water verspert je haast de toegang tot het eerste terreintje. Een aanfluiting.
Zo dat moest ik even kwijt.
Op de kaarten in mijn boekje van het Groot Frieslandpad had ik al gezien dat deze route vooral door de natuur loopt. We lopen dan ook na de parkeerplaats direct het bos in, waar we een aardige mevrouw met twee schattige jonge hondjes tegen komen. Vooral de kleinste is een ‘snoepie’ en nog maar drie maanden oud. “Je zou hem zo onder de arm meenemen,’ zegt mijn vrouw, die direct al begint te fantaseren dat je een hond, in tegenstelling tot onze aanloopkat, wel op een vakantie mee kunt nemen. Maar uit het oog, uit het hart, want even later wordt onze aandacht getrokken door een beeltenis in een boom, waar ik een (achteraf) mislukte foto van neem. Gelukkig zie ik later nog een mooie afbeelding, die wat scherper op de foto terecht gekomen is. Maar voordat we daar zijn passeren we nog een prachtig dobbe. Met een paar eilandjes er in ziet het er schitterend uit. Een naam heb ik niet kunnen ontdekken, maar die zal de dobbe ongetwijfeld hebben.
Daarna lopen we verder door het bos en maken bijna een rondje, want even later zijn we vlakbij de Van Harinxmaweg, waar het Witte Huis aan staat. Daar moeten we scherp linksaf en lopen richting het Witte Meer, een natuurijsbaan, waarop ik ooit nog een keer aan een kortebaanwedstrijd heb meegedaan. Als kersvers kampioen van Olde- en Nijeberkoop (was rond 1970, maar ben er nog trots op) kwam ik daar al snel tot de ontdekking dat buiten Olde- en Nijeberkoop schaatsers wonen, die Berkenbosch binnen de kortste keren meters achter zich lieten. ‘Die zitten vast op schaatstraining’ (ik dus niet) was toen het argument om mijn falen een beetje goed te praten. Ben in ieder geval bij Beetsterzwaag met mijn sportieve voeten weer op de grond terecht gekomen. Ik probeer om vanaf het pad het Witte Meer op de foto te zetten, maar water zie je nauwelijks op de foto en wel een hoop takken. Kortom, die heb ik niet in de selectie opgenomen.
Hemrikkerscharren
Vlak voor het natuurgebied de Hemrikkerscharren neem ik afscheid van Saakje. Zij loopt met een slinger en een slag terug naar de auto en ik passeer even later een bruggetje over het prachtige Koningsdiep. Omdat ik nog nooit van de Hemrikjerscharren gehoord had en eigenlijk ook niet weet wat een schar is, zoek ik thuis eerst de betekenis van dat woordje op. In de encyclopedie van Friesland vind ik (op internet) de volgende betekenis: (Fr.: skar, sker), a. eigendomsaandeel in wei- of hooiland; b. gebruiksaandeel in een meenschar of een particuliere finne, nl. het recht om er een koe in te scharen gedurende het weideseizoen; c. landmaat voor weiland als zodanig synoniem van koegras (in de Zuidwesthoek: hoofd) – en voor hooiland (ca. anderhalve pondemaat).
En omdat ik ook nog wat wil weten van de Hemrikkerscharren typ ik ook dat woord in op Google en vind nog het volgende bij Wikipedia: Het gebied ligt ten zuiden van het Alpherbosch (Die naam kende ik niet) en door het gebied slingert het Koningsdiep, ook wel het Ouddiep of Alddjip genoemd. Dwars door het gebied loopt het Hemrikerpaed. Het gebied van de Hemrikkerscharren maakt deel uit van het herinrichtingsplan Koningsdiep, waarbij de oude meanders van het riviertje worden hersteld evenals het beekdal.
Ik weet niet hoever dat nu is, maar wat ik wel weet is dat de plannen voor die ontwikkeling al jaren onderweg zijn. Want al in 2004 werd er over gesproken en ik vond een 2021 nog een rapport van de commissie voor de milieueffectrapportage. Kortom er moet/moest heel wat water door het Koningsdiep (Alddjip) voor men aan de slag kan/kon.
Ik loop even later door de Hemrikkerscharren, waar ik onaangenaam wordt getroffen door een grote bult van zwart plastic en een aantal lichtgroene rollen met hooi??. Zo haal je een natuurgebied aardig onderuit. Wat ik wel weer leuk vind, is een prachtige glijbaan die daar voor de kinderen is gemaakt. Hoewel zoiets ook niet echt in een natuurgebied thuis hoort, kan ik daar nog wel enig begrip voor opbrengen. Ik kan het niet laten de houten toren te beklimmen en het kind in mij besluit om boven eerst mijn rugtas door de buis naar beneden te laten glijden. Die ploft keurig in het zand. En daarna ga ik. Met een god zegene de greep laat ik mij door de steile buis naar beneden glijden in de hoop dat ik niet met mijn kont boven op de rugtas terecht kom. Dat zouden mijn plastic flesjes met drinken waarschijnlijk niet overleven en ook mijn thermosfles niet. Maar gelukkig heeft de glijbaan op het laatst een vlak gedeelte en kom ik keurig voor het eind tot stilstand. Ik heb het overleefd en de rugtas ook.
Tevreden vervolg ik mijn route voor vandaag en kom, nadat ik de Bûtewei ben overgestoken, langs een alleraardigst stulpje, dat ik dan ook op de foto zet. Een prachtig huisje dat aan de voorkant uitkijkt op de grote stoeterij Het Swarte Paerd, waar men zich bezig houdt met de prachtige Friese paarden. Hoewel de aanblik aan de achterkant de schoonheidsprijs niet verdient, hebben ze aan de voorkant nog wel hun best gedaan om het stallencomplex een zekere uitstraling te geven. Ik zie dat alleen maar van de zijkant, omdat ik bij de Binnenwei rechtsaf moet en er dus niet voorlangs loop.
Berchebosk en Opsterlandse Compagnonsvaart
Al snel daarna ga ik linksaf It Berchebosk in. Dit bos is volgens een groot informatiebord in 1760 aangelegd, tegelijk met de Opsterlandse Compagnonsvaart. Een gedeelte van de uitgegraven grond voor de vaart werd hier op bulten gegooid. En inderdaad kom ik over een bult die bij sneeuwval in de winter door de jeugd gebruikt wordt om sleetje te rijden. Op de andere bult, de Katteberg, staat een bankje om van het uitzicht te kunnen genieten. Dat laatste viel me nog niet mee.
Als ik het bos uit kom en nog even door een weiland banjer ben ik vlakbij de Hemriker Verlaat (een sluis). Zag ik in West Friesland in Noordholland op het Groot Frieslandpad grote hoogteverschillen in de waterstand, ook hier op het hogere gedeelte van Friesland vind je behoorlijke verschillen: hoe oostelijker je komt, hoe hoger de grond. Hier dus geen stuwen en sluizen om het water laag te houden, maar juist om het water hoog te houden, zodat de schepen (vroeger de turfschepen) er kunnen varen.
Hemrik
Bij de Fabryksleane moet ik linksaf en loop zo langs de oude zuivelfabriek , met daarop nog de naamsteen De Nijverheid. Op www. zuivelfabriekenfriesland.nl/hemrik vind ik het volgende: De gebroeders Van der Sluis stichten eind 19e eeuw een particuliere zuivelfabriek aan de Opsterlandse Compagnonsvaart op de hoek met de Fabryksleane. Een groep boeren neemt de fabriek in 1902 over. In de jaren twintig wordt De Nijverheid helemaal vernieuwd. In 1934 verwarmt de fabriek het zwembad dat naast de fabriek wordt gebouwd. Maar een jaar later sluit de fabriek. De boeren sluiten zich in 1935 aan bij de fabriek in Terwispel.
Het aardige is dat het gebouw er nog steeds staat en dat ook het zwembad nog steeds aanwezig is. Ik heb er een glimp van op kunnen vangen, vooral van de kleedruimtes. Die staan er zo te zien nog keurig bij. In ieder geval is het uniek dat zo’n oud buitenzwembad heden ten dage nog bestaat.
Bijna op het eind van de Fabryksleane moet ik langs een hoogwerker, waar bovenin een man de takken van de bomen snoeit. Hij houdt keurig op als ik er aan kom. Ik steek mijn duim op.
Daarna loop ik door de het dorp langs het witte kerkje en kan het niet laten even naar de kerk toe te lopen. Op een bordje lees ik dat het dorp Hemrik al in 1316 genoemd wordt en dat ook de kerk van oorsprong middeleeuws is. De huidige kerk is van 1739. Het wapen op de gedenksteen boven de deur is er in 1797 uitgekapt door de Hemriker Patriotten (met twee hoofdletters). Wat mij verder opvalt is een gedenksteen voor de piloot De Saxcé Arnaud die op 26 jarige leeftijd in Hemrik op 10 april 1945 om het leven kwam. Mooi dat ze daar aandacht voor hebben in Hemrik.
Bij De Manege (zo heet die weg) moet ik linksaf en daarna niet de weg vervolgen maar een pad dat vlak langs een huis loopt. Zelf zou je nooit bedenken om daar langs te lopen. Het pad loopt na het huis gewoon verder en na nog een huis verandert het in een smal graspad, dat uitkomt op de Bûtewei. Daarna loop ik verder over een sintelpad langs een woonwagenkamp dat uitkomt op de weg Sparjebird. Die steek ik over en loop honderd meter verder het Speelbos in. Het pad slingert door het bos.
Sparjebird
Ik kom langs een kabouterpad met beelden en een korte uitleg, loop op een afstand langs de Blokhut, die hier al voor mijn gevoel sinds mensenheugenis staat, en langs een speelveldje. Er is nu geen mens te zien. Hoewel ik vorig jaar nog een keer met mijn gitaarmaat Mark Verbeek in de Blokhut heb gespeeld, was ik nog nooit in het bos daar achter geweest. Het is verrassend met al die beeldjes.
Het pad komt uit op de weg Weinterp. Daar moet ik even naar rechts en daarna over een zo te zien stokoude weg (door de oude bomen) naar links. Ik kom weer uit bij de vaart, vlakbij het Hemrikerverlaat. Vanaf hier is het 3,5 km bijna rechtuit langs de vaart. Dat is geen straf. De vaart ligt er prachtig bij en ook sommige huizen zijn aardig om te zien. Wat opvalt is dat er voorzieningen zijn gemaakt voor reeën die te water zijn geraakt. Op sommige plaatsen kunnen ze er gemakkelijk uitklimmen.
Wijnjewoude
Ik passeer de Trambrêge met daarbij het opvallende huis met de naam Brug Wijnjeterp. Hier was een halte c.q. wachtpost voor de tram. (het dorp Wijnjeterp is in 1974 samengevoegd met het dorp Duurswoude. Het tweelingdorp is sindsdien bekend met de porte-manteaunaam Wijnjewoude. Ik had nog nooit van porte-manteau gehoord en kon het niet laten het thuis op te zoeken: Een porte-manteauwoord, meng-, vlecht- of kofferwoord is een neologisme waarin twee of meer bestaande woorden naar de vorm worden gecombineerd in een betekenis die betekeniselementen van alle originele woorden bevat. Het verschilt hiermee van een contaminatie, waarbij per ongeluk woorden verenigd worden die in betekenis overeenkomen.
Maar even terug komend op de wachtpost, tot 30 september 1962 reed hier de tram nog langs. Kortom een stille getuige van een roerig verleden.
Ik passeer de nieuwe tunnel onder de N381 (een autoweg die hier in 2015 is aangelegd) en kom even later in Klein Groningen. Nieuwsgierig ga ik op zoek naar de naamsverklaring. Ik vind het volgende: Klein Groningen is vernoemd naar de stad Groningen. In de 17e eeuw is in de venen rond Heerenveen sprake van veel arbeiders uit Groningen en Drenthe. Een andere theorie is dat de plaats aan haar naam gekomen zou zijn omdat het er vroeger ‘net zo druk leek als in de stad Groningen’, door de bedrijvigheid i.v.m. de zuivelfabriek, de winkel in landbouwbenodigdheden en de coöperatie voor het gezamenlijk gebruik van landbouwmachines. Waarvan acte.
Duurswouderheide
Na Klein Groningen loop ik al snel weer landelijk gebied in. Via de Opperbuorren en de Loksleane kom ik bij het bos dat grenst aan de Duurswouderheide. Langs brede zandpaden kom ik bij de rand van het heidegebied. Het gebied heeft wel wat, omdat er veel plassen liggen met namen als Duursma’s Dobbe, Modderpoel, Eendeveen en Waskemar. Die laatste kun je heel duidelijk zien als je over de Leidijk rijdt. Vanaf het Groot Frieslandpad is hij echter onzichtbaar. Opmerkelijk is dat alle vennen op deze Duurswouderheide nog oude pingoruïnes zijn, waar het veen is uitgehaald. (Anderen spreken van mogelijke pingoruïnes.) De ruilverkaveling Koningsdiep (1970) zorgde voor een enorme verdroging van de heide. Door allerlei maatregelen kreeg het veld rond 1990 weer een hoger waterpeil, wat vooral de heide ten goede kwam. (De eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik anno 2023 wel veel pijpenstrootje zie.) Het heideveld maakt deel uit van een 1000 hectare groot natuurgebied, waartoe ook het voormalige landgoed De Slotpleats (1668) in Bakkeveen behoort. Jonkheer Burmania plantte de eerste bomen van het landgoed al in 1730. De dikste beuk is wel 250 jaar oud. Weten we dat ook weer.
Ik loop dwars over de heide en daarna langs de rand van een bosgebied. Niet veel later kom ik bij de Leidijk, die ik oversteek. Het is daarna nog een paar honderd meter naar de ingang van de weg met de naam Janssenstichting.
Jansenstichting
Peter Wilhelm Janssen heeft veel gedaan voor de bestrijding van de werkloosheid, armoede en de slechte woningtoestanden in zuid-oost-Friesland. In 1899 kocht Janssen ongeveer 40 hectare heidegrond. Daarop zijn toen een aantal identieke boerderijtjes gesticht. Helaas zag ik dat een vernieuwde boerderij de oude versieringen niet heeft aangebracht, maar gelukkig zie ik die bij een andere vernieuwde boerderij wel. Van de oude boerderijtjes zijn er nog een paar over en zo te zien in ‘originele’ staat.
Na de Janssenstichting ga ik na een klaphek de landerijen weer in. Wat opvalt is dat de boer, die het land ter beschikking gesteld heeft, ruim baan geeft aan de wandelaar. De draad die het wandelpad aangeeft is soms wel op 3 meter van de sloot geplaatst. Alle ruimte dus voor de wandelaar. Hulde hiervoor, want dat heb ik wel anders mee gemaakt.
Bij een houten bruggetje is de doorgang wat smalletjes, maar ik ben gelukkig ‘slank’ genoeg om er te kunnen passeren. Even later zie ik een alternatieve betonnen bank waarop je zomers even heerlijk kunt uitrusten. Nog afgezien van het feit dat ik bijna bij de auto ben, is het gewoon te koud om ergens even rustig te zitten, dus maak ik daar geen gebruik van. Daarna duurt het nog goed vijf minuten voor ik bij de Kruisweg ben waar ik vanmorgen de auto geparkeerd heb. Hij staat er en om twee uur zit ik weer in de auto. Daar verbaas ik mijzelf over, want dat betekent dat ik sneller gelopen heb dan anders. Door al mijn pauzes en foto’s maken ligt mijn gemiddelde snelheid vaak dichter bij de vier kilometer dan bij de vijf kilometer. Maar wel leuk dat ik op mijn 72ste nog aan snelheid win. Hoop in ieder geval het wandelen nog jaren te kunnen volhouden. Ik geniet er elke keer nog van.