6 Van Zoutkamp naar Peasens – Moddergat

6 Van Zoutkamp naar Peasens – Moddergat

Van Zoutkamp naar Peasens – Moddergat 26km

11 – 7 – 2024

Het begint direct al wat rommelig als we om goed negen uur Zoutkamp binnen rijden en ons busje parkeren bij de bakker. Een groot bord aan het begin van Zoutkamp waarschuwt dat je in de bebouwde kom alleen maar kort mag parkeren. Maar op de parkeerplaatsen bij de bakker staat geen enkel aanwijzing hoe lang ‘kort’ is, dus wagen we het er maar op.

Het is nog maar kwart over negen als we de rugzakken omdoen en richting de haven in het Reitdiep lopen. Daar loopt het Kustpad langs. Ik maak wat foto’s van de oude sluis en van het monument ter nagedachtenis aan de 9 omgekomen vissers tijdens de stormramp van 6 maart 1883. Daarna zoeken we om een aanduiding van het Kustpad. Die is nergens te vinden en dus nemen we na enige twijfel maar de veilige route over de Hunsingoweg. Later bleek dat niet helemaal te kloppen, maar we komen na de Hunsingosluis over het Hunsingokanaal wel op de route.
Even buiten Zoutkamp  passeren we het grote gebouwencomplex van Heiploeg. Ik citeer: Heiploeg is de nummer 1 in Europa op het gebied van Noordzeegarnalen. Had Heiploeg vroeger een eigen pelstation in Tétouan in Marokko (voor 1 euro per uur werden ze daar met de hand gepeld) tegenwoordig gaat dat in Nederland machinaal. In ieder geval levert het in Zoutkamp behoorlijk wat werkgelegenheid op.

Nadat we Heiploeg zijn gepasseerd slaan we linksaf. De weg loop richting Panser, een gehucht dat bestaat uit een tweetal boerderijen. Panser is zeer waarschijnlijk de oudste bewoonde plaats in De Marne. Bij onderzoek aan de wierde ter plaatse zijn scherven gevonden die gedateerd konden worden op de zesde eeuw voor Christus. De borg Panser heeft hier gestaan. De borg, genoemd naar de familie Panser, is in de achttiende eeuw gesloopt. Op het voormalige borgterrein staat nu een boerderij.

Vlak voor de eerste boerderij, waar men paarden houdt,  slaan we rechtsaf een heel smal fietspaadje in. Met zo’n 60 centimeter breed voldoet het fietspad al lang niet meer aan de eisen van deze tijd, maar het loopt er (zonder fietsers) heerlijk zo dwars door de landerijen.

Bij Beusum, ook al zo’n gehucht, lopen we over het erf van de enige boerderij. Ook hier heeft een borg gestaan die van de Pansers was. Op de wierde stond vroeger een boerderij met de naam  Beukemoa’s Ploatske. Deze werd door de SBL  aangekocht en in 1971 gesloopt. Op de wierde werd daarna bos geplant. ( SBL betekent: Stichting Beheer landbouwgronden en is gevestigd in Utrecht. Zij stelt zich ten doel landbouwgronden met de daarbij behorende opstallen te kopen en tijdelijk te beheren, om het daarna de meest gewenste bestemming te geven. Financiering geschiedt door het Ministerie van Landbouw en Visserij. )  
In de nacht van 20 op 21 juni 1942 stortte een RAF-bommenwerper neer op de wierde naast de boerderij na te zijn neergeschoten door de Duitse luchtafweer. Van de 7 bemanningsleden kwamen er 3 om het leven. Die werden op 24 juni 1942 begraven op de begraafplaats van Ulrum.

Hierna komen we al snel in Vierhuizen, waar ik afscheid van Saak neem. Zij loopt richting Ulrum en daarna weer terug naar Zoutkamp

Vierhuizen

Vierhuizen ligt pal aan de slaperdijk van de voormalige Lauwerszee en was tot 1927 een vissersdorp. De oudste vermelding van de naam Vierhuizen dateert uit 1525. Maar bewoning was er al veel eerder. Zo zijn er sporen gevonden van een nederzetting uit de IJzertijd (ca. 400 vC)). De plaats heeft zijn naam te danken aan de vier stenen huizen die er toen stonden. Door de aanleg van de Kerkvoogdijpolder verloor het de visserij. Deze polder sloot het ‘gat’ dat bestond tussen de noordelijk gelegen Westpolder en de zuidelijke Panserpolder.

De kerk van Vierhuizen is van oorsprong een tufstenen kerk die stamt uit de middeleeuwen. In de loop der eeuwen heeft het gebouw veel te lijden gehad van weersinvloeden. De kerk heeft op 23 december 2006 tijdens een live-uitzending van de AVRO de finale gewonnen van de BankGiro Loterij Restauratie. De kijker kon telefonisch of per sms zijn/haar stem uitbrengen. Dankzij deze actie zijn in 2007 het dorpskerkje en het orgel voor een bedrag van 920.000 euro volledig opgeknapt.

Aan de rand van het dorp staat de korenmolen De Onderneming uit 1858.

Na Vierhuizen loop ik de Westpolder in. Ik kom langs de boerderij Torum. Hier is de bekende politicus Sicco Mansholt geboren. Door zijn grootvader Derk Roelof Mansholt werd Torum gebouwd. Als ik even later bovenop de oude Lauwerszeedijk kom, zie ik een monumentje met daarop ook een aantal keer de naam Mansholt. De familie had hier dus al vroeg wat in de melk te brokkelen. Het is een wat rommelig monument, omdat men zowel aandacht besteed aan de indijking van de Westpolder als aan het waterschap de Lauwerzeemolenpolder. Het is me niet duidelijk geworden wat de 17 personen voor functie hadden, die apart worden genoemd.. Waren dat de ingelanden?
Minder aardig is dat er zowel tijdens de aanleg (1873 – 1876) als direct na de voltooiing, (in de nacht van 30 op 31 januari 1877), de polder werd getroffen door een stormvloed. Daarbij kwamen in totaal 27 mensen omkwamen; 13 polderjongens bij de aanleg in 1874 en 13 inwoners en een meisje in 1877. Tijdens diezelfde watersnood liep ook de Panserpolder onder en ook de Reiderwolderpolder. Daar kwamen nog eens 37 mensen om.

Na een korte pauze loop ik richting Marnehuizen. Bij een kruising waar men aan het werk is en waar wordt gewaarschuwd voor restanten van oefenmunitie staat geen enkele aanwijzing van het Kustpad. Ik besluit de knooppuntenroute te volgen, want die staat er wel aangegeven. Dat blijkt een misrekening. Na een kleine kilometer krijg ik het donkerbruine vermoeden dat ik de verkeerde kant op loop en dat blijkt na bestudering van Google Maps inderdaad het geval. Ik stap over op een naast de weg gelegens zandpad en loop terug. Als ik bij een bruggetje kom met daarop het teken van het Kustpad negeer ik dat. Het is me namelijk al eens eerder overkomen dat ik me daardoor heb laten misleiden en juist in de omgekeerde richting loop. En dus loop ik niets vermoedend Marnehuizen in. Bij de ingang van het dorp wordt ik gewaarschuwd dat als de rode vlag wappert het er levensgevaarlijk is, omdat er dan met scherp geschoten wordt. Die wappert niet en dus stap ik rustig verder. En ja, dan krijg ik te maken met het militair gezag. Marnehuizen is namelijk officieel verboden terrein en ik word dan ook al snel staande gehouden door een man die in een auto rijdt met daarop ‘toezichthouder’. Hij vraagt mij netjes wie ik ben en ik stel me ook netjes voor. Ik vertel hem dat ik het Kustpad loop, maar geen idee heb hoe het hier verder loopt. Hij maakt me duidelijk dat ik op verboden terrein ben en eigenlijk ‘recht’ heb op een boete van 110 euro. Maar het is een uitermate vriendelijke meneer, die ik zelfs nog mijn kaartje geef, zodat hij ‘mijn avontuur’ op mijn website nog eens kan nalezen. Maar om een lang verhaal kort te maken, hij vertelt me dat hij hier nog niet zo lang werkt en niet weet hoe ik weer op het Kustpad terecht kom. En dus belt hij zijn baas, die hij na diverse pogingen aan de lijn krijgt. Dik tien minuten later komt er een auto aangereden en stapt er een echte militair uit. Het is het type ruwe bolster blanke pit, want nadat hij mij duidelijk maakt dat hij niets met het Kustpad te maken heeft, ontdooit hij als snel en wijst mij hoe ik weer op de route kom. Ik moet terug en bij de brug (die had ik gezien) zit ik volgens hem weer op het Kustpad. Ik bedank de beide heren (zij doen ook gewoon hun werk) en doe wat mij gezegd is. Ik ben nog lang niet bij het bruggetje als ‘de baas’ met zijn auto nog even langszij rijdt en mij wijst op het fietspad dat even verderop naast de weg loopt. “Als je hier oversteekt en achter die fietser aan loopt, wijst het zich vanzelf, zegt hij. Ik bedank ‘de baas’ nogmaals. En hoewel ik die fietser al snel uit het oog verlies, scheelde mij die tip toch wel een 400 meter lopen.

Daarna loop ik helemaal om Marnehuizen heen. Had ik het idee dat ik wel een paar kilometer omliep achteraf viel dat erg mee. Wel kom ik overal borden tegen die mij waarschuwen dat ik langs militair oefenterrein loop en zie ik nu wel de bordjes met Artikel 461 en cameratoezicht. Die had ik eerder gemist.. In ieder geval loopt het er wel prettig. Het fietspad is erg rustig en ik loop door een vrij aardig natuurgebied. Wel kruis ik diverse paden die gebruikt worden door militaire voertuigen. Ja hier en daar kunnen de soldaten daarmee zelfs dwars door het water zie ik. Dat vinden ze vast leuk.

Als ik eenmaal om Marnehuizen heen ben, loop ik na het oversteken van de N361 recht op Lauwersoog aan. Maar voor ik daar ben, maak ik nog een klein ommetje. Ik had gezien dat men daar midden door een vijver een steiger heeft aangelegd en daar wilde ik persé even over. Midden in de vijver heeft men zelfs een enorme picknicktafel gebouwd, die als ik er langs loop wordt ingenomen door een paar vissers (zie foto).   
Na deze passage loop ik bijna straalrecht door Lauwersoog

Lauwersoog

Het dorp is na 1969 ontstaan, na de indijking van de Lauwerszee (nu het Lauwersmeer). Lauwersoog is vooral bekend als vertrekplaats van de veerdienst naar Schiermonnikoog. Het is nu een belangrijke vissershaven en heeft een eigen visafslag. Veel kotters uit Zoutkamp, Oostdongeradeel en Westdongeradeel  hebben hier nu hun thuishaven. Ook een gedeelte van de vissersvloot van Urk en sommige Deense vissers leggen hier regelmatig aan.

In Lauwersoog is een schutsluis, de Robbengatsluis, om van het meer naar de Waddenzee te kunnen varen. De spuisluizen van het afstroomgebied van het Reitdiep, de R.J. Cleveringsluizen genaamd, bevinden zich ten westen van het dorp. Hier loopt ook de grens tussen Groningen en Friesland.

Maar voor ik daar ben, moet ik voor de brug bij de Robbengatsluis wel tien minuten wachten, omdat er welgeteld vier luxe recreantenbootjes langs moeten. De sluis- en brugwachter hangt rustig uit zijn raampje en trekt zich niets aan van de tientallen wachtende auto’s, laat staan van die wachtende eenzame wandelaar.

Bij de Cleveringsluizen heb ik een mooi zicht op het Lauwersmeer. Daarom eerst even een stukje geschiedenis: De Lauwerszee kreeg de naam van de Lauwers, de grensrivier tussen de provincies Groningen en Friesland. De Lauwerszee is ontstaan in de vroege middeleeuwen en breidde zich in de loop van de elfde en twaalfde eeuw verder uit. Op 25 mei 1969 werd hij afgesloten. Er waren daarvoor al veel plannen geweest voor de afsluiting. Al in 1611, maar ook  In 1849 en in de jaren 30 van de vorige eeuw . Maar deze werden niet doorgezet. Pas na de watersnood van 1953 is besloten tot drooglegging al heeft dat nog wel enige jaren geduurd. In 1960 volgt dan eindelijk het Besluit tot droogmaking van de Lauwerszee en is men begonnen met de aanleg van een dertien kilometer lange afsluitdijk met spuisluizen en een schutsluis. Op 25 mei 1969 werd de zee definitief afgesloten. Omdat het water brak werd, veranderde de natuur in het gebied en ontstond er in het Lauwersmeer een nieuwe fauna en flora.  Ter bescherming van dit nieuwe jonge natuurgebied is er op 12 november 2003 besloten het aan te wijzen als nationaal park.

Hierna is het figuurlijk ‘de paden op de lanen’ in. Duidelijk figuurlijk want ik loop de eerste kilometers pal langs de Waddenzee. Omdat het daar behoorlijk waait, stap ik over een hekwerk en ga even later verder over het fietspad aan de binnenkant van de dijk. Hier heb ik eerder gelopen toen ik het Friese Woudenpad liep. Maar om eerlijk te zijn geniet ik er evenveel van als toen. Saak was mij ondertussen op de Bantswei voorbij gereden en staat nu met ons busje op een parkeerplaats voor Wadlopers. We hebben daar even overleg, omdat ik door al die omwegen die ik gemaakt heb wat verder loop dan ik van plan was. Maar het is nog vroeg en ik loop nog lekker en ik besluit om de laatste zes kilometer naar Peasens Moddergat nog mee te nemen. Spectaculair is de tocht niet, maar het is er wel heerlijk rustig en dat heeft wel wat.
Ik heb de pas er goed in , want binnen het uur bereik ik de eerste huizen van Peasens. Daar moet ik nog doorheen, evenals door Moddergat. Het dorp heet wel Peasens Moddergat, maar de oude plaatsnamen worden nog steeds aangegeven. Vlakbij It Fiskershûske en het vissersmonument boven op de dijk, zie ik ons busje al weer staan. De volgende keer vertel ik wel wat over dit tweelingdorp en over de enorme ramp die het dorp in 1883 trof.  Maar nu eerst naar huis.

Geef gerust je reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Back to Top