7e Etappe Van Grensweg langs Bargerveen naar (bijna) Coevorden-Picardiekanaal 26km
20 – 9 – 2023
Samen met Saak begin ik op de Grensweg bij het Bargerveen. Na een paar honderd meter slaan we al rechtsaf het Bargerveen in. We lopen een paar kilometer straal rechtuit over het dijkje De Lijn dwars door het Amsterdamseveld dat bijna geheel is afgegraven. Alleen de onderste laag (een halve tot een hele meter) van het veen ligt er nog. Ten noorden hiervan ligt nog het Meerstalblok: Een meerstal is een natuurlijk gevormde plas in actief, levend hoogveengebied. Een meerstal vormt zich door de groei van een hoge veenbult in de naaste omgeving, die zijn water loost op een lagere, vaak zanderig gebleven plek. Dit is het minst verveende gebied in het Bargerveen.
Over het Bargerveen vond ik nog het volgende: Nog geen 1000 jaar geleden was Nederland grotendeels bedekt met ruim 1 miljoen hectare hoogveen. Daarvan is nu nog minder dan 1 procent over. Door de ligging achteraf is het Bargerveen nooit echt intensief gebruikt voor turfwinning. Daardoor is het nu een van de meest ongerepte, unieke natuurgebieden van ons land. Het is een van de weinige gebieden in ons land waar nog levend hoogveen groeit, en zelfs de enige plek in Nederland waar de lange zonnedauw en vijfrijïg veenmos nog voorkomen.
De grootste bedreiging voor levend hoogveen is de ontwatering. De maatregelen die sinds 2016 worden genomen, zijn gericht op het verhogen van de grondwaterstand in de directe omgeving van het veen. Langs de buitengrenzen van het projectgebied worden keileemwallen en waterbassins, aangelegd. Deze maatregelen verminderen het wegstromen van water. Ook in een vergelijkbaar gebied als het Fochteloërveen doet men dat. Het zijn miljoenenprojecten, maar ik troost mij maar met de gedachte dat het zorgt voor werkgelegenheid.
Bij het kruisen van de Kamerlingswijk, die ongetwijfeld tijdens de vervening is aangelegd, neem ik afscheid van Saak en loop verder naar de Vossendijk. Een markant rechthoekig brok graniet van de Duitse kunstenaar Ulrich Rückriem herinnert hier aan het einde van de veenwinning en de overdracht van het Amsterdamsche Veld aan Staatsbosbeheer in 1992. De steen is geplaatst op kosten van de Noritfabriek in Klazienaveen die zijn grondstof voor het vervaardigen van actieve koolstof, een bekend middel tegen maagdarmklachten, uit een diepe veenlaag haalde.
Ik ga hier rechtsaf en kom bij een uitzichtheuvel waar zwerfkeien omheen liggen die hier in het veen zijn gevonden. Ook staat er een bordje van Lost Wings ’40 – ’45. Een Boeing B-17G (een bommenwerper is hier in de buurt neergekomen. Vier bemanningsleden zijn daarbij om het leven gekomen en zes anderen gevangen genomen. Ik blijf het mooi vinden dat men daar aandacht aan besteedt.
Daarna loop ik bijna een kilometer over de Laardijk, waar bordjes langs de kant wijzen op voormalige bewoning. Hele gezinnen woonden hier midden in het veengebied, waarbij ze ongetwijfeld leefden van de jacht, misschien de visvangst in de veenplassen en de boekweitteelt. En wat ik me dan vooral afvraag hoe dat moet zijn geweest als er ziekte was of een verwonding of een bevalling. Men was daar in dat sompige en natte veengebied natuurlijk vooral op zichzelf aangewezen en de kindersterfte zal er ongetwijfeld hoog zijn geweest.
Bij een tweede uitkijkheuvel drink ik mijn koffie en afgezien van de stevige wind zit ik daar even heerlijk in een schraal zonnetje. Maar daarna raak ik de kluts kwijt. Ik moet volgens mijn boekje nu 400 meter een pad volgen parallel aan de zandreed (De Laarweg). Omdat ik die niet zie, blijf ik over de Laarweg lopen . Als ik voor mijn gevoel al 400 meter gelopen heb zie ik een bordje staan dat je er met paarden niet in mag. Ik ben zonder paard, dus mag er wel in, Al is dat blijkbaar niet de bedoeling. Ik kom voor een gazenhek waar zo te zien al diverse mensen overheen geklommen zijn. Dat doe ik ook maar al is er daarachter van een pad niets (meer) te bekennen. Ik moet daarna over een verende en sompige laagte in het veen en ben blij dat ik waterdichte schoenen aan heb. Na een 300 meter zie ik gelukkig weer een aanwijzing van het Naoberpad en kom ik weer op de route. Het is duidelijk dat men zowel de beschrijving als het kaartje in het boekje niet heeft aangepast. Achteraf blijkt dat ik wel 600 meter over De Laarweg had moeten lopen en pas daarna linksaf had gemoeten. Maar goed, ik ben niet weggezonken in het veen, heb droge voeten gehouden en heb zelfs een stukje afgesneden. En dat vond ik in dit geval niet erg.
Even later kom ik op een fietspad dat langs de grootste schaapskooi van Nederland loopt. Ik loop er echter niet vlak bij langs, want het Naoberpad kiest voor een graspad. Wel kom ik hierdoor bij een alleraardigst uitkijkpunt: een prachtige moderne steiger met op het eind een soort ‘zitcirkel’. (Dat woord bestaat echt en zitcirkels vind je vooral in kleuterscholen.)
Daarna loop ik op afstand weer langs de schaapskooi. Ik maak een foto van een op glas aangebrachte afbeelding van een bult bonkveen. Dat zal hier ongetwijfeld zijn gewonnen. Wat mij direct opvalt en waar ik absoluut niet tegen kan is dat er langs dit pad drie van die afbeeldingen zijn geplaatst waarop de een of andere onverlaat heeft zitten krassen. Ik zie niet in wat daar de lol van is.
In de buurt van Weiteveen zie ik een locomotiefje staan met twee lorriekarren er achter. Het is een herinnering aan de smalspoor lijn die door het Amsterdamsche veld liep van het Duitse Schöningsdorf naar Erica (waar een turfstrooiselfabriek stond). Hier werd de bolster (de bovenste laag turf) verwerkt tot bolsterbalen die vervolgens werden verscheept naar o.a. Engeland en Frankrijk. In 1983 werd het 12 kilometer lange lijntje opgeheven. In ieder geval verklaart dit de naam De Lijn waarover we in het begin van deze etappe liepen. En nog even voor de liefhebbers: De locomotief is een Diema type DS 12 gebouwd door Diepholzer Maschinenfabrik Frits Schötler.
Niet lang daarna kom ik in het dorp Weiteveen. Een jong dorp want het ontstond pas rond 1900 als een boekweitkolonie. De eerste bewoners waren afkomstig uit het aangrenzende Eemsland en katholiek.
De kerk, die direct na de eerste Wereldoorlog is gebouwd, is de Maria Koningin van de Vredekerk. De naam verwijst naar het einde van die oorlog: (Voor de architectuurliefhebbers: Het is een eenvoudige zaalkerk met een rechthoekige apsis. Een zaalkerk is een rechthoekig kerkgebouw dat eenbeukig ofwel eenschepig is. Vaak werd een ronde nis, de apsis genaamd, aangebracht, waarin het altaar zich bevond. De zijden bestaan uit vier traveën met steunberen. Iedere travee bevat drie spitsboogvensters. Aan de voorzijde is een rechthoekig portaal aangebracht met, net als de kerk zelf, een zadeldak van oranje pannen. De oorspronkelijke kerk is in 1972 uitgebouwd.
Naast de kerk staan twee klokkenstoelen.
In de voormalige pastorie begon men in 2005 een infocentrum met B&B. Het Veenloopcentrum geeft een beeld van het vroegere leven van de nonnen en veenstekers in de dorpen rond het veen. In de ertegenover gelegen stalen ‘Veenpoort’ hangen grote infoborden over de flora en fauna van dit unieke stukje Drenthe. Vanaf het Veenloopcentrum starten verschillende excursies met gids (apr-okt, www.veenloopcentrum.nl).
Men timmert in Weiteveen aan de weg, dat is duidelijk. Als ik even later het dorp uit loop bij het bordje Stilteplaats, kom ik in het Schoonebeekerveld (hier met dubbel ee) met in het landschap het zogenaamde slagenpatroon. Dit zijn zuid-noord patronen die zijn ontstaan door het zogenaamde ‘recht van opstrek’. De boeren mochten de grond richting het veen benutten ter breedte van hun kavels, meestal 60 meter, soms tot 120 meter breed. En de aldus ontstane slagen wordt nu het ‘slagenlandschap van het Schoonebeekerveld’ genoemd.
Als ik bij het monument Stilteplaats kom word ik verrast door een tekst op een paal. Die wil ik u niet onthouden: Bovenaan staat:
Pleidooi voor de eenheid
Wie in een hokje wordt geduwd of een etiket krijgt opgeplakt
krijgt niet de ruimte om zichzelf te zijn en zich te ontplooien
Die loopt tegen muren op
maar het pleit is beslecht een mijlpaal bereikt
De hokjesgeest overwonnen!!
Graaf je talent op en wees geen vreemdeling meer van jezelf
wanneer je van hier gaat.
Een opmerkelijke tekst bij een opmerkelijk monument met daarbij ook nog op de grond twee grote schijven (een deksel dat van een put/gat geschoven wordt (zie foto)) met daarop de tekst ‘mijn begraven talent’. Bij mijn zoektocht waarom dat monument daar gekomen is, vond ik iets opmerkelijks. Het is namelijk geen herinnering aan een oorlog of een ernstige gebeurtenis, maar is er gekomen omdat de familie Krikken een herinnering wilde achterlaten toen zij vanaf die plaats gingen verhuizen. Ze waren de laatste bewoners van het gebied.
Daarna loop ik verder door het Schoonebeekerveld waarbij het opvalt dat er hier en daar planken liggen die aangeven dat het er behoorlijk nat kan zijn. De planken zijn overigens al half vergaan en de indruk bestaat dat het veld hier nu droog genoeg blijft. Maar omdat men druk bezig is het waterpeil te verhogen kunnen ze in de toekomst misschien wel weer eens nuttig zijn, al zullen ze dan wel vernieuwd moeten worden.
Na een rondgang door het Schoonebeekerveld kom ik aan het eind van Weiteveen op de Bargerweg terecht die even later uitkomt op de Griendtsveenstraat. De straat loopt langs het Dommerskanaal dat hier in 1861 werd aangelegd in opdracht van Drentsche Landontginnings Maatschappij om het veen te ontsluiten. Het werd vernoemd naar Lodewijk Bernardus Johannes Dommers, die als bestuurder en ondernemer veel voor deze streek heeft gedaan. En nog een aardigheidje: In het lied ‘Op Fietse’ van Skik bezingt Daniël Lohues de zuidoosthoek van Drenthe en met daarin ook het Dommerskanaal.
Langs dit kanaal vind men ook een voormalige turfstrooiselfabriek, die werd opgericht door de familie Van de Griendt. Deze familie had ook een fabriek in De Peel. Nu bevindt zich daar het Industrieel Smalspoor Museum. Men doet er in deze hoek alles aan om het toerisme te bevorderen. Los van het feit dat het er best mooi is, is het natuurlijk nog vrij onbekend en dan is elk initiatief om het gebied op de kaart te zetten natuurlijk prima.
Niet lang hierna moet ik linksaf en duik bijna letterlijk de akkers in. Na zo’n twee kilometer door de bijna onafzienbare akkervelden, kom ik uit bij een voormalige boorlocatie van de NAM. Men is druk bezig diverse locaties te ontmantelen en dat is hier duidelijk ook al gebeurt.
Daarna moet ik door een bosgebied dat daar langs het Hekmanskanaal is aangelegd. Het is zo te zien een jong bos, maar dat zijn bijna alle bossen in dit gebied. Toch loopt het er niet verkeerd
Na het bos kom ik weer langs een al ontmantelde boorlocatie en moet aan de oostkant van Schoonebeek nog door het Oostersebos. Het is een wat groot woord voor het bosje, maar er staan bomen en omdat De Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) het begrip bos definieert ‘als een stuk grond van meer dan een halve hectare groot met bomen die hoger zijn dan 5 meter en een kroonoppervlak van meer dan 10%, ga ik er maar van uit dat het bosje inderdaad wel een halve hectare groot is. Door het bos loopt een weg met daaraan prachtige rietgedekte boerderijen. Helaas zijn de foto’s die ik ervan maak wat overbelicht (oorzaak onbekend) maar hoop dat ze nog een goede indruk geven. Ook staat er een theehuis met zelfbediening, waar op het moment dat ik er langs loop twee mensen dankbaar gebruik van maken.
Niet veel later kom ik over de Wilmsbrugweg bij het Schoonebekerdiep Duitsland binnen. Wat direct opvalt zijn de Ja-knikkers waarmee men de olie uit de grond pompt. Sommigen staan stil, maar er zijn er ook die nog werken. Je moet echt even geduld hebben voor de Ja-knikkers echt ja gezegd hebben, want het pompen gaat echt tergend langzaam. En dat ik in Duitsland ben, is duidelijk als ik aan twee kanten van de weg wordt gewaarschuwd met de tekst “Achtung Kinder’. Ja men wil in Duitsland dat je goed oplet want even later krijg ik met de volgende tekst te maken. ‘Stop. Angeln verboten’. Nou heb ik heel toevallig geen hengel bij me en dus trek ik mij niets aan van het woordje ‘Stop’ en loop rustig door. Ben altijd bereid om mij in het buitenland aan te passen, maar dit gaat me toch te ver.
Ik loop als een speer verder en heb vlak voor het Coevorden – Picariekanaal niet in de gaten dat Saak niet bij het kanaal zit, maar even van tevoren onze bus geparkeerd heeft.
Ik stuif ons busje bijna voorbij , maar wordt opgeschrikt door de woorden: “Ik hadde jow nog niet verwaacht.” “Now ikke jow hier ok niet,” zeg ik terwijl ik de ho-houder er op gooi. Niet dat ik met piepende schoenzolen tot stilstand kom, maar ik had het tempo er flink in. Zo komt er een abrupt einde aan deze etappe, die tot mijn verbazing exact 26 kilometer lang was. Het gebeurt bijna nooit dat ik even ver loop als de afstand die in mijn wandelboekje is aangegeven. In ieder geval zitten we voor drie uur al in ons busje op weg naar huis. Onderweg naar huis vertelt Saak me dat ze bij de Grensweg nog gezorgd heeft voor de voedselvoorziening. Een aardappelveld werd daar gerooid en omdat er hier en daar een aardappel bleef liggen heeft ze er ‘stiekem’ zeven van meegenomen. Zo komen we de avond wel door. Omdat we op de terugreis langs Nijeholtpade komen, besluit ik bij de broer van Henk Kluitenberg het boek van Henk op te halen. Henk had een ernstige spierziekte en zou hooguit 4 jaar worden. Vlak voor het uitkomen van zijn boek is hij op 52 jarige leeftijd overleden. Hoewel ik Henk zelf niet gekend heb, kende ik wel de verhalen. Het Henkie gaat naar legoland, opgezet door onze voormalige huisarts Rob Zethoven, staat me nog helder voor de geest. Toen ik hoorde van zijn boek besloot ik direct het te kopen. En hoewel ik nog maar nauwelijks in het boek gelezen heb, vond ik het voorwoord al ontroerend mooi. Omdat Henk namelijk een passie had voor de militaire luchtvaart is het voorwoord geschreven door niemand minder dan Luitenant-generaal André “Jabba” Steur, de Commandant van de Luchtstrijdkrachten. Ik citeer even vier zinnen uit het voorwoord: ‘Ik wens een ieder een beetje ‘Henk” wanneer het leven niet gaat zoals gehoopt. Denk dan aan Henk. Het is immers niet wat je krijgt in het leven, maar wat je ervan maakt. The sky is the limit, zo bewees hij recent. Henk heeft ondanks zijn enorme beperking ons het boek ‘Niet normaal zo normaal’ nagelaten. Een prestatie van formaat.
En hoewel het niets met het Naoberpad te maken heeft, kon ik het niet laten om hiervoor reclame te maken.