01 De Ster van Berkoop: Van Oldeberkoop naar Vledder

01 De Ster van Berkoop: Van Oldeberkoop naar Vledder

6 januari 2022

Vandaag begonnen met het lopen van de ster van Berkoop, een wandelproject dat door mijn vrouw Saakje bedacht en uitgetekend is. In totaal wordt er vanuit Hotel Restaurant Lunia naar tien plaatsen gelopen die allemaal op een afstand van ongeveer 20 hooguit 25 km liggen. Daarbij loop je niet langs de kortste weg natuurlijk. In die zeven plaatsen bestaat straks (als het allemaal lukt) de mogelijkheid om te overnachten, waarna men de volgende dag via een andere route weer terug naar Oldeberkoop loopt. Als je wilt, ben je er dus 14 dagen mee onder de pannen. Mocht je in een plaats langer willen vertoeven dan bestaat de mogelijkheid om in die plaats een korte wandeling te maken van zo rond de tien kilometer. Die moeten nog gemaakt worden, al zijn er vaak ook wel al aanwezige rondwandelingen waar men gebruik van kan maken. Vandaag liep ik vanuit Oldeberkoop via de bossen van Doldersum naar Vledder en daar heb je de keuze uit sowieso al vijf rondwandelingen.

Maar laat ik beginnen met mijn verslag: 

Ik begin natuurlijk niet bij Lunia maar gewoon om half tien ’s morgens vanuit mijn eigen huis aan de Stellingenweg. Nog maar nauwelijks in het Koepelbos kom ik een bekende tegen die mij met een papiertje in de hand ziet lopen. “Ik zie dat Karst al een kaart nodig heeft om hier te lopen,” zegt hij met een grijns. Ik maak hem en nog een paar omstanders duidelijk dat mijn wandeling zich deze dag niet beperkte tot de Koepelbos, maar dat ik van plan ben om naar Vledder te lopen. Nadat ik hem ook nog verteld had van de opzet, vraagt hij of ik ook van plan ben om daar te overnachten. “Nee,” zeg ik, “Saak haalt mij vandaag gewoon op, maar als het goed is kan dat straks wel.” En daarmee is ons gesprek afgelopen en vervolg ik mijn weg. Het is fris maar prachtig stralend weer. Op de Madenweg langs De Lende valt mij bij de vistrappen op hoe snel het water stroomt. Je kunt merken dat er veel water is gevallen. Ik bedenk nog wel dat het voor de vissen nu wel moeilijk moet zijn om tegen die sterke stroming op te zwemmen, maar wie weet kunnen ze dat. Nadat ik bij de Bekhofschans rechtsaf ben geslagen leidt de route van Saak mij al snel over een slecht begaanbaar weggetje. Bij een boerderij komt net een man met een loslopende hond aangelopen, die, als hij mij ziet, de hond ogenblikkelijk bij zich roept. Ik kan het niet laten om hem daarvoor een compliment te geven: “U heeft hem goed onder controle.” De man glimlacht. En ik voeg daar nog aan toe: “Proefondervindelijk kan ik zeggen dat ik dat wel eens anders heb meegemaakt.” Met een nog bredere glimlach wijst de man mij op het prachtige weer en wenst mij een prettige voortzetting van de wandeling.


Niet lang daarna passeer ik het prachtige beeld van Mandela, dat keurig overdekt pal aan het weggetje staat. Je kunt er zelfs op een bankje even bij gaan zitten, maar daar heb ik geen tijd voor. Na een stukje over de Boekelterweg kom ik al snel op de Kerkweg terecht, een zandpad met daarnaast een fietspad met schelpen. Wat is het mooi dat zulke paden nog bestaan. Als jongetje van 10 ben ik ooit nog eens over het fietspad van Oldeholtpade naar Wolvega gefietst: daar had je toen ook een zandpad met daarnaast een fietspad. Nu ligt daar de N 351 en maken er honderden, zo niet duizenden auto’s per dag gebruik van. Maar dat terzijde. De Kerkweg ligt er wat dat betreft gelukkig nog maagdelijk en heerlijk rustig bij en het is een genoegen om met de zon in het gezicht richting Boyl te lopen. Maar daar leidt mijn route niet naar toe. Bij de Meuleveldweg moet ik linksaf richting Rijsberkampen. En, ik kan het niet laten, maar daar ligt een stuk van mijn familiegeschiedenis. Rond 1800 boerde daar een zekere familie Hartman. Een van de zonen kreeg verkering met een boerendochter uit Vinkega en trok bij haar in. Toen hij in 1812, op bevel van Napoleon een achternaam moest kiezen, koos hij voor die van zijn (toen al) vrouw en naam de naam Berkenbosch aan. Mijn voorvader was in 1812 dus al een geëmancipeerd man, al zal hij dat woord en de betekenis totaal niet gekend hebben. Nadat ik de Rysberkamperweg ben uitgelopen, een weg die door de melkfabriek is bestraat (kom daar vandaag de dag maar eens om) kom ik uit op de Boylerweg. Na vijftig meter rechts moet ik links langs een huis waarna ik op een prachtig graspad kom. Het pad voert door of langs het Rijsberkamperveld (dat is me niet duidelijk). Maar hoe het daar ook heet het is er prachtig en met de nodige slingers en slagen kom ik uiteindelijk op de Doldersumsumse straatweg uit. Op de grens van Friesland en  Drenthe passeer ik een huis met de naam Snels Hutte. Deze naam herinnert aan een ‘prachtig’ verhaal van de sluicker (smokkelaar) Andries Snel, die hier in 1728 met zijn vrouw en drie kinderen woonde. Om een lang verhaal kort te maken, Andries Snel wordt voor zijn hulp aan smokkelaars strafrechtelijk gegeseld, gebrandmerkt en tot zeven jaar dwangarbeid veroordeeld. (Het nog steeds beknopte verhaal staat op blz. 119 van mijn boek ‘Wat West is’.) Opmerkelijk is dat 200 jaar na het voorval de naam Snels Hutte nog steeds op een officiële kaart uit 1930 te vinden is, dus het heeft indruk gemaakt.


Nadat ik bij Snels Hutte de provinciegrens met Drenthe ben overgestoken, loop ik nog een poos langs de Doldersumse weg en ga vlak voor Hoeve Boschoord rechtsaf. Daar moet nog wel even naar gekeken worden, want ik zie geen enkele aanwijzing dat dat daar moet gebeuren. Ik passeer de parkeerplaats van Hoeve Boschoord en verbaas mij over het enorme aantal auto’s dat daar geparkeerd staat. Hoeve Boschpoord is naast een behandelcentrum blijkbaar ook een enorme bron van werkgelegenheid. Nadat ik nog even ben doorgelopen vind ik een paal met daarop een pijl en een nummer, die aangeven dat ik in ieder geval (weer) op de route zit. Het is een prachtige tocht die ik daarna dwars door de bossen tussen Boschoord en Vledder maak. De padden zijn slecht, het water stroomt me een paar keer bijna over mijn hoge wandelschoenen en duidelijk is te zien dat het hier bepaald geen Kalverstraat is. Maar dat maakt het wel uniek en al baggerend kom ik in de buurt van Vledder, waar mijn vrouw Saak mij tegemoet loopt. Ze heeft de auto geparkeerd bij de Tippe, maar helaas blijkt die nog tot 28 januari gesloten en dus zit het er niet in dat we daar nog een ‘koffie to go’ of een beker warme chocomel kunnen krijgen. Het is niet anders.

Om tien voor twee ben ik weer thuis waarna ik op de bank terecht kom. Mijn laatste tocht van rond de twintig kilometer was in oktober en ik merk eenmaal thuisgekomen dat ik dat bepaald niet meer gewend ben. Gelukkig beschikken wij sinds kort over een trilpistool en ’s avonds heeft Saak mijn pijnlijke spieren daarmee behandeld. En dat heeft geholpen, want vandaag sprong ik weer als een jonge reebok uit bed. Op naar de volgende route.

Geef gerust je reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Back to Top