13 januari 2022
Was ik vorige week van Oldeberkoop naar Vledder gelopen, vandaag begin ik aan mijn tocht van Vledder naar Oldeberkoop. Samen met mijn vrouw Saakje, begin ik op de Brink in Vledder aan de terugtocht naar Oldeberkoop. En dat gaat direct al mis. We zien bij de Brink een pijltje die schuin naar het zuiden wijst en steken de weg over. Daarna komen we bij de afslag Oosteind en Drift. Er staat geen enkele aanwijzing en dus nemen wij de Drift afgaande op een onduidelijk kaartje dat Saak heeft uitgedraaid. Dat blijkt een verkeerde keuze te zijn. (Saak heeft later ontdekt dat er langs de weg wel een pijl naar rechts staat, maar dan nog is het niet duidelijk of je nu de Drift of het Oosteinde moet nemen). We komen er na een paar honderd meter lopen achter dat we niet goed zitten, maar besluiten door te lopen. Als we links aanhouden moeten we op de route komen en dat blijkt gelukkig wel te kloppen. We lopen langs de begraafplaats van Vledder en gaan even later rechtsaf. We lopen achter de nieuwbouw langs door een parkachtige omgeving en dat is niet verkeerd. Na het passeren van de Paasloërweg zien we links een groot recreatiepark met een aantal ingepakte caravans. We vragen ons hardop af of dat wat toevoegt en of het niet vreselijk damp wordt onder zo’n zeildoek. Het enige voordeel dat we kunnen bedenken is dat de caravan geen groen aanslag krijgt al heb je dat met wat ‘polka en grien sjippe’(om het op z’n Fries te zeggen, het er volgens ons zo weer af. Het zijn van die dingen die zo maar bij je opkomen als je iets tegen komt wat je opvalt. Even later komen we langs een weiland met in ieder geval een prachtige Shetlandpony. Kortom het is niet bepaald een rafelrand van Vledder waar we langs lopen.
Nadat we de Vledderweg (Frederiksoord – Vledder) zijn overgestoken lopen we door een slingerend bospad, waar de regen van de laatste tijd duidelijk zijn sporen heeft achtergelaten. Het is hier en daar duidelijk modderig, maar met een kleine omtrekkende beweging weten we de diepste blubber te omzeilen. Nadat we de ijsbaan van Vledder zijn gepasseerd, komen we bij knooppunt 92 en scheiden onze weg. Saak loopt terug naar de auto en ik mag mijn weg alleen vervolgen. Na nog een blubberig bospad loop ik even langs een sloot en kom ik op een keurig fietspad bedekt met sintels. En nu moeten de paardenliefhebbers het mij maar niet kwalijk nemen, maar wat heb ik een hekel aan mensen die hun paard over zo’n fietspad laat lopen. Vooral als het nat is trappen ze diepe gaten in het pad en in tegenstelling met een zandpad herstelt zich dat niet vanzelf. Het kan vooral voor oudere fietsers, die het stuur niet al te goed in handen hebben leiden tot gevaarlijke situaties. Ik zou willen dat hierop gehandhaafd wordt en de paardenbezitter die dit veroorzaakt de schade te laten betalen. En ach dat er dan midden op het pad ook nog een dikke hoop paardenstront ligt waar je omheen moet lopen en fietsen (niet leuk) is nog het minste waar ik me aan erger. Na nog een paar slingers en slagen kom ik langs Landgoed – Stoeterij Lyma – Horst. Met grote hekken met punten en met prikkeldraad is de stoeterij omgeven. Net als ik denk dat het wel erg op een streng verboden militair complex lijkt, kom ik op de Reeweg aan het eind van de barricade en kun je het complex betreden door over een draadje te stappen. Waarom dat grote hek daar nog steeds langs de Reeweg staat is me niet duidelijk.
Na de Reeweg kom ik terecht op de Hooilaan, waar de sloot nog zeer recent is uitgebaggerd. Het is een prachtige laan die parallel loopt met de weg Frederiksoord – Noordwolde. Een zo te zien stokoude laan, met een prachtig hard zandbed. Ook hier lopen paarden overheen, maar richten ze geen schade aan. Bij een kruising moet ik naar rechts en duik letterlijk de blubber in. Achteraf blijkt dit de P. W. Jansenlaan te zijn, een voor mij totaal onbekende laan. Op de hoek staat nog een slecht onderhouden informatiebord over de desperadokoloniën. (Daar vestigden zich de mensen die uit de Maatschappij van Weldadigheid in Frederiksoord waren weggestuurd of weggelopen.) Het wonderlijke is dat je deze kruising zelfs op Google Earth kunt vinden, alleen staat het informatiebord er dan nog niet. Het is een hele opgave om deze laan lopend door te komen, maar dat zal ook gelden voor voertuigen en paarden. Wat een blubber.
Tot mijn verrassing kom ik uit op de hoek die naar Vledderveen loopt. Ik weet weer waar ik ben. Nu is het een kwestie van linksaf en de paden op de lanen in. Na de Grensweg en de Oostvierdeparten kom ik op de Vallaatweg (blijkbaar lag hier vroeger een vallaat, een schutsluis). Het is een prachtig zandpad met daarnaast een fietspad. Ik word bijna jaloers op de enorme rust die er van het gebied uitgaat. Je zult hier maar wonen. Op dit moment is de weg voor doorgaand verkeer met grote betonblokken ne hekken afgesloten. Waarom dat is, is me niet duidelijk.
Na de Oosterseveldweg vervolg ik mijn wandeling over de Vallaatweg (die heet hier nog steeds zo) en kom uit bij de Dwarsvaartweg. (In het kader van de turfwinning werd de dwarsvaart gegraven die uitkwam op de Noordwolder Sloot.) Hier moet ik rechtsaf. Niet lang daarna gaat de route linksaf. Slingerend door boswallen en kleine bosjes, waarbij ik als extra obstakel een groep (met zo te zien stagiaires) van Staatsbosbeheer moest omzeilen die in een van de bosjes druk aan het werk waren. Het gereedschap lag midden op het pad en ook de deelnemers. Kortom hier was het even echt slalommen. Iemand in dienst van Staatsbosbeheer (kon je zien aan de kleding) verontschuldigt zich voor de ‘opgeworpen’ barrière. ‘Maakt niets uit,” zei ik. “Ik ben door alle blubber en plassen het slalommen vandaag wel gewend,” en vervolgde mijn weg, een pad langs een boswal.
In Oosterstreek kwam ik vlakbij het bord Oosterstreek op de weg. Nadat ik het bord gepasseerd was moest ik linksaf. Dat is het Schoelepad dat nog niet zo lang gelede in ere is hersteld. Kinderen uit Zandhuizen liepen langs dit pad naar de school in Oosterstreek, totdat het dorp een eigen school kreeg. (Ondertussen is die trouwens ook al weer opgeheven.) Het is een mooie route met onderweg een echte kabouterboom. Deze staat hier nu al een aantal jaar en het is opvallen dat die er nog steeds zo goed bij staat. Een paar beeldjes waren omgevallen en nadat ik die rechtgezet had heb ik er nog een foto van gemaakt.
Als ik daarna over een bruggetje een stukje hei bij Zandhuizen bereik zie ik dat het informatiebord sterk is vervuild met groene aanslag. Ik wrijf er even over en dat is op de foto goed te zien. Zonde dat niemand zich daar blijkbaar verantwoordelijk voor voelt. Vanaf Zandhuizen neem ik nog even de Leemweg mee en daar staat verder geen enkele aanwijzing. Dus neem ik de tweede afslag en kom na het koeienrusthuis op de Oldeberkoperweg. Het is bekend terrein en na een stuk door de Koepelbos loop ik niet richting Lunia, maar naar huis.
Daar blijkt dat ik 19,3 km gelopen heb. Een mooi afstand en een prachtige tocht. De eerste punt van de Ster van Berkoop is voltooid. Op naar de volgende.